Skip to main content

De peutergroep – help mij het zelf te doen

De peutergroep – help mij het zelf te doen

Vanuit de bril van de Wet kinderopvang en het pedagogisch beleid

Mijn werk als clustermanager a.i. in de kinderopvang inspireert mij regelmatig tot een blog. Ik hou van mijn werk en zie zoveel mooie momenten in het contact tussen pedagogisch medewerkers en kinderen om me heen, zowel op het kinderdagverblijf (KDV) als op de bso. Dit keer inspireert mij de peutergroep.

De peutergroep

Beeld je in: Na de rustige, kleinere babygroep komt jouw kindje van net 2 jaar op de peutergroep. Het is een enthousiaste groep met ca. 16 kinderen die al veel willen en kunnen. Ook jouw kindje gaat zich ontwikkelen, totdat hij/zij uiteindelijk als 4-jarige met een eigen rugtasje met broodtrommel, drinken en fruit dagelijks naar de basisschool gaat. Bij de peutergroep ontwikkelen de kinderen zich tot zelfstandige en zelfbewuste kinderen die vol zelfvertrouwen een volgende stap maken in hun jonge leventje. Jouw ukkie heeft er zin in en is eraan toe: de grote wereld van de basisschool.

Maar wat moet jouw pas 2-jarige nog veel leren voordat het zover is! Een mooi en waardevol leerproces dat liefdevol wordt begeleid door professionele pedagogisch medewerkers op de groep. Spelenderwijs en nieuwsgierig leert en ontwikkelt jouw peuter zich. De grote hulpvraag op de peutergroep is dan ook: HELP MIJ HET ZELF TE DOEN. Tegelijkertijd is dat de basis van de visie van Maria Montessori, één van de pedagogen waar het pedagogisch beleid in de kinderopvang op is gestoeld.

Het pedagogisch beleid

Dat ZELF DOEN bereikt jouw kindje met behulp van de pedagogisch medewerkers die werken vanuit het pedagogisch beleid van de organisatie. Hierin staan de vier pedagogische hoofddoelen vanuit de Wet kinderopvang beschreven, evenals de zes basis interactievaardigheden die medewerkers toepassen naar de kinderen toe. De uitleg van gedrag van de pedagogisch medewerker ten aanzien van de pedagogische doelen en de interactievaardigheden zijn, naast het pedagogisch beleid, ook te vinden in de boeken Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar, Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar en Pedagogisch kader diversiteit in kindercentra 0-13 jaar.

De pedagogische hoofddoelen zijn in 2005, bij het ontstaan van de Wet kinderopvang, beschreven door Marianne Riksen Walraven. Marianne is hoogleraar op de leerstoel “Ontwikkelingspsychologie, in het bijzonder de vroegkinderlijke ontwikkeling”. De doelen die pedagogisch medewerkers hanteren zijn:

  1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid: jouw kindje voelt zich gezien en gerespecteerd. Hij/zij mag zijn wie die is. Hoe fijn is dat?
  2. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties: jouw kindje wordt gestimuleerd om zich te ontwikkelen op allerlei ontwikkelingsgebieden, zoals de motorische ontwikkeling van zowel de grove als fijne motoriek, spraak-/taalontwikkeling, sociale ontwikkeling, morele ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling, creatieve ontwikkeling en nog veel meer.
  3. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de sociale competenties: jouw kindje leert sociaal te zijn, een waardevolle eigenschap waar hij/zij op latere leeftijd veel aan heeft. Hieronder valt vriendschappen aangaan, ruzies oplossen, samenwerken en nog veel meer.
  4. Gelegenheid bieden om zich normen en waarden, de cultuur van een samenleving, eigen te maken.

De basis interactievaardigheden die pedagogisch medewerkers gebruiken om deze vier doelen te bereiken, zijn: sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie, structureren en grenzen stellen, praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering en begeleiden van interacties. De mooiste van deze interactievaardigheden vind ik sensitieve responsiviteit. Wat dat inhoudt kun je lezen in mijn blog die ik al eens hierover schreef.

In de peutergroep doen de peuters een nadrukkelijk appèl op de pedagogische kennis van de medewerkers. Alle kennis die de medewerker tijdens de opleiding heeft geleerd, kan hij/zij hierin kwijt. Indien er niet verantwoord pedagogisch wordt gehandeld, dan wordt het een drukte van jewelste op de groep en een grote chaos.

De ontwikkeling stimuleren

De kinderen zijn nieuwsgierig en willen zich ontwikkelen. Als medewerker volg je de behoefte van de kinderen en sluit je daarbij aan. Je prikkelt zo de ontwikkeling. Als voorbeeld vallen in de herfst de bladeren van de bomen en liggen er eikels en kastanjes op de grond. De vele kleuren van de bladeren zijn erg boeiend en de pedagogisch medewerker wijst de kinderen hierop. Er wordt een passend liedje gezongen en een passend boek voorgelezen. Spelenderwijs leren kinderen over de herfst. Hoe leuk?!

Deze ontwikkeling gaat gepaard met grenzen opzoeken. Een bak met kastanjes op de groep is erg leuk, maar als alle kastanjes telkens door de ruimte worden gegooid, dan wordt het vervelend en misschien zelfs gevaarlijk. Door te praten en uit te leggen dat de kastanjes in de bak blijven en dat de kinderen aan de kastanjes mogen voelen en ruiken, geeft de medewerker structuur en grenzen aan het spel. Pedagogisch medewerkers praten veel met de peuters en leggen veel uit. Spelenderwijs groeit het taalbegrip van de kinderen.

Je leest het: mijn enthousiasme voor de peutergroep is groot. Ik kan er eindeloos over praten en voorbeelden geven, net als over tips voor ouders en pedagogisch medewerkers voor hoe ze handig om kunnen gaan met de ruimte of hoe ze de zelfstandigheid van de peuters kunnen stimuleren. Al deze informatie is te veel voor één blog. Daarom lees je in mijn volgende blogs meer over mijn visie op de peutergroep.

De kracht van rituelen voor kinderen

De kracht van rituelen voor kinderen

Iedereen heeft wel zijn eigen rituelen, groot en klein. Terugkerende vieringen, zoals Oud & Nieuw en Kerstmis, met bijbehorende decoratie en attributen. Familierituelen, zoals familieweekenden, -dagen en -verjaardagen. Het zijn ook kleinere, alledaagse rituelen, zoals samen eten of een boekje lezen voor het slapen gaan. Voor kinderen hebben rituelen veel positieve effecten. Wat deze effecten zijn en meer informatie over rituelen lees je in deze blog.

Wat zijn rituelen?

Rituelen zijn activiteiten en symbolische handelingen die je op vaste momenten en op dezelfde manier herhaalt. Het is een handeling met een bepaald doel en die je doet, omdat je een persoonlijk doel nastreeft. Denk aan een boekje lezen voor het slapen gaan, zodat je kind tot rust kan komen na een drukke dag. Er zijn dagelijkse rituelen, maar ook jaarlijkse rituelen en gezins- of familierituelen. Volgens Cox, expert op het gebied van tradities, is de behoefte aan rituelen en de kracht ervan groter dan we ons realiseren. Er is dan ook geen cultuur die geen rituelen heeft.

Rituelen ontstaan zowel doordacht en bewust als spontaan. Weigert je kind bijvoorbeeld ’s avonds om groente te eten, dan kan je het bewust inzetten om bij een middagsnack zelfgemaakte soep met veel groente te eten. Merk je dat je kinderen slapen en uitgerust aan de week beginnen, als ze op zondagavond alleen maar boekjes hebben gelezen en wil je dat vaker gaan doen? Dan is dat een spontaan ritueel.

Wat is het effect van rituelen?

Rituelen hebben veel positieve effecten op kinderen:

1. Rust

In de gehaaste wereld van tegenwoordig zijn kinderen en ouders continu afgeleid. Rituelen zorgen daarin voor rust en een basis. Het hele gezin functioneert daardoor beter.

2. Structuur en houvast

Rituelen geven structuur en bieden kinderen houvast. Het zorgt ervoor dat kinderen weten wat er gaat komen. Dat geeft rust en daardoor zullen ze minder weerstand laten zien dan wanneer je plots zegt wat jullie gaan doen. Geef je jouw kind bijvoorbeeld bij het wegbrengen naar het kinderdagverblijf altijd een dikke knuffel bij het afscheid nemen, dan weet je kind dat je weggaat en vertrouwt hij of zij erop dat de dag net zo goed zal verlopen als andere dagen.

Vakanties laten dit extra goed zien. Op vakantie laten we dagelijkse rituelen namelijk vaak los, zoals vaste bed- en eettijden. Kinderen verliezen daardoor de structuur, wat ze stress bezorgt en onrustig maakt. Het is dan ook niet gek dat kinderen op vakantie vaak slecht slapen en humeurig zijn. Om toch wat structuur aan te bieden, kiezen veel gezinnen elk jaar voor dezelfde camping of voor een vast vakantiepatroon: elke ochtend broodjes halen bij de bakker en ’s avonds een spelletje doen.

3. Overgang vergemakkelijken

Kinderen hebben moeite met overgangen: van binnen naar buiten, ’s ochtends opstaan en van spelen naar aan tafel komen zitten om te eten. Om de strijd om deze alledaagse handelingen te voorkomen, zijn we geneigd om regels te bedenken. Rituelen bieden een betere oplossing. Ze voelen namelijk vertrouwd en laten de kinderen wennen aan de nieuwe situatie. Het maakt de overgang voorspelbaar en dus makkelijker.

Dit geldt ook voor ingrijpende gebeurtenissen en grote levensovergangen. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat, wanneer ouders na een scheiding vasthouden aan rituelen die ze als gezin ook hanteerden, schoolresultaten beter zijn en ze minder gedragsproblemen hebben dan kinderen van ouders die niet aan rituelen vasthouden.

4. Verbondenheid

Rituelen geven een sterk gevoel van verbondenheid. Iedereen is met hetzelfde bezig en richt zijn of haar aandacht op hetzelfde, waardoor jij je onderdeel van de groep voelt. Gezinsrituelen geven gezinsleden het gevoel dat ze dit samen doen en dat ze speciaal zijn. Bij sommige gezinnen ontstaan deze rituelen vanzelf. Andere gezinnen hebben er meer moeite mee.

5. Gevoel van identiteit

Een ritueel is een uiting van de identiteit. Ze geven aan: dit zijn wij en wij zijn speciaal. Denk aan een familierituelen, religieuze rituelen, maar ook een yell voorafgaand aan een voetbalwedstrijd. Er zijn ook familierituelen die generatie op generatie worden doorgegeven. Ze maken families stevig geworteld.

6. Meer glans

Gebeurtenissen krijgen door rituelen meer glans. Een diploma-uitreiking maakt het behalen van het diploma nog feestelijker, maar het geldt ook voor kleine gebeurtenissen. Zo is uit onderzoek gebleken dat rituelen rondom eten zorgen voor meer voorpret, plezier en zelfs smaak. Andersom geldt ook dat rituelen ervoor zorgen dat je in stemming wordt gebracht die hoort bij het ritueel.

7. Blijvende herinneringen

Rituelen zorgen voor blijvende herinneringen, bijvoorbeeld bepaalde herinneringen aan je jeugd. Ouders zijn daarvoor vaak geneigd om grootse, leuke dingen te organiseren. Denk aan een fantastische prinsessenverjaardag, een dag naar het pretpark of familievakanties. Kinderen moeten later toch wel herinneren hoe fijn dat was? Uit onderzoek van de Amerikaanse onderzoeker Ellen Galinsky bleek dat vooral de alledaagse rituelen belangrijk zijn. Toen ze aan kinderen naar hun jeugdherinneringen vroeg, kwam naar voren dat kinderen niet de grote gebeurtenissen opnoemden, maar de alledaagse rituelen. Dit waren kleine gebaren die ze het gevoel gaven een hecht gezin en geliefd te zijn.

Wanneer is een ritueel effectief?

Uit onderzoek blijkt dat rituelen het meeste effectief zijn als ze:

  • Zeven keer achter elkaar herhaald zijn
  • Worden uitgevoerd op een vast tijdstip
  • Bestaan uit meerdere stappen
  • Verbonden zijn met een symbool
  • Zoveel mogelijk zintuigen aanspreken: denk aan een typische geur (het wasmiddel van ouders), kenmerkend geluid (muziek) of opvallende smaak (de appeltaart die oma altijd maakte op je verjaardag).

Voorbeelden van rituelen

Je kunt een ritueel functioneel inzetten. Daar zijn tal van voorbeelden van. Vindt jouw kind het bijvoorbeeld heel leuk om ‘als verrassing’ alvast de tafel te dekken en aan tafel te gaan zitten, wanneer papa thuiskomt? Herhaal dat dan gerust. Zij vinden het leuk en je hoeft er hierdoor geen strijd over te voeren: win-win!

1. Liedjes zingen

Bij bepaalde activiteiten liedjes zingen, is erg functioneel. Kinderen zijn er gek op. Is het bijvoorbeeld tijd om het speelgoed op te ruimen? Dan is het niet alleen gezelliger om daarover te zingen. Het zorgt er ook voor dat je kind weet wat er staat te wachten, vanwege de structuur en duidelijkheid die het biedt. Ook zorgt een liedje ervoor dat je kind zich kan focussen op wat er gebeurt en minder snel afgeleid is. Door tijdens het haren kammen een liedje te zingen, zal je kind langer en geduldiger blijven zitten. Het hoeven niet eens bestaande liedjes te zijn en het hoeft ook niet te rijmen. Iets wat je wil zeggen op een zingende manier vertellen, is al effectief.

2. Bedtijdrituelen

Denk je aan rituelen voor kinderen, dan denk je waarschijnlijk aan bedtijdrituelen. Je kind gaat eerst in bad. Je zwaait samen naar de maan en doet daarna de gordijnen dicht. Je leest nog een verhaaltje voor, geeft een kus op zijn of haar voorhoofd en dan is het tijd om te gaan slapen. Deze vaste handelingen zorgen ervoor dat een kind weet dat het gaat slapen. Door te kiezen voor rustige handelingen, zal het ook steeds rustig en vermoeider worden. Dat stimuleert het in slaap vallen.

3. Aan tafel gaan

Een ander moment waar veel gezinnen dagelijks moeilijkheden mee ervaren, is het aan tafel gaan om te dineren. Zoals al is besproken, komt dat meestal door de overgang van lekker spelen naar aan tafel zitten. Rituelen kunnen helpen om deze overgang te versoepelen. Dek bijvoorbeeld elke avond samen de tafel. Ga in een tafeldekslang staan en kleed de tafel gezellig aan. Je kunt ook een terugkerende activiteit die je vijf minuten voorafgaand aan het eten doet. Denk aan yoga-oefeningen, een boekje lezen of een liedje zingen.

Concrete voorbeelden van terugkerende rituelen

  • Elke ochtend: samen ontbijten en een kus voordat de eerste weggaat.
  • Elke diner: danken voor het eten.
  • Elke keer voor het slapen: samen drie dingen opnoemen die fijn waren aan de dag.
  • Elk weekend: op zondag ontbijten met lekkere broodjes uit de oven.
  • Elke maand: de laatste zaterdag van de maand uiteten.
  • Elk jaar: hebben we in de zomer een familiedag en gaan we in het najaar op familieweekend.
  • Elke verjaardag: mag de jarige bepalen wat er gegeten wordt.
  • Elke vakantie: wordt er minimaal een dag pannenkoeken gegeten.

Gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien

Ondanks dat ze veel positieve effecten hebben, vallen rituelen steeds meer weg. We zijn veel individualistischer geworden, minder mensen gaan naar de kerk en verplichte tradities van vroeger worden verbroken. De maatschappij verandert en die veranderingen volgen elkaar snel op. Ook zijn we continu bezig en gaan we razendsnel. Dat zijn redenen voor het wegvallen van rituelen, maar geeft ook juist de noodzaak aan voor rituelen. Zo blijf je stilstaan bij gebeurtenissen en betekenis geven aan momenten. Bovendien blijf je zo structuur en houvast aan kinderen geven.

Het gebruik van rituelen zorgt voor een gevoel van verbinding en emotionele veiligheid. Een kind wordt er gelukkig van als dit gevoel wordt opgeroepen. Je hoort bij jouw gezin, jouw KDV- of BSO-groep, jouw klas, jouw vrienden, jouw sportclub en bij jouw familie.

Met Marcato coaching streef ik ernaar dat kinderen gelukkig mogen zijn. En gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien. Laten we daarom vasthouden aan rituelen. Hierbij gaat het niet om verplicht zoveel mogelijk met elkaar samen te zijn. Het gaat om kleine alledaagse rituelen en bepaalde grotere rituelen verdeeld over het jaar, waar iedereen naar uitkijkt, zoals dat jaarlijkse familieweekend.

 

Bronnen: Psychologie Magazine en Kiind

Het effect van ruziënde ouders in de eerste 1000 dagen van een kind

Het effect van ruziënde ouders in de eerste 1000 dagen van een kind

Ze krijgen het toch niet mee, denken ouders vaak. Elke ouder maakt wel eens ruzie. Doordat je samen veel en belangrijke verantwoordelijkheden hebt te dragen, is dat onoverkomelijk. Hoewel een ruzie niet erg hoeft te zijn, is het wel schadelijk als ouders veel ruziën. Vooral in de eerste 1000 dagen van een kinderleven, kan dat grote gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het kind.

Wat een kind meekrijgt in de eerste 1000 dagen

Mogelijk heb je het al omgerekend, maar 1000 dagen staat gelijk aan 2,5 tot 3 jaar. In deze tijd gaat de ontwikkeling van een kind ontzettend snel en wordt de basis voor de verdere ontwikkeling gelegd. Het is daarbij afhankelijk van jou als ouder en als voorbeeldfiguur. Een leefomgeving waarin ouders continu ruziemaken, is dan ook één van de slechtst denkbare opvoedingssituaties voor kinderen.

Anders dan ouders vaak denken, merken kinderen veel van problemen tussen ouders. Zo zijn babyhersenen heel ontvankelijk voor emotionele communicatie in hun omgeving. Het kan de toon van een stem opmerken en gebaren zien. Pasgeborenen voelen makkelijk mee met een ander en zijn al in staat om het humeur van mensen te registreren. Het kan zo liefde en affectie voelen, maar ook spanning en afwijzing.

Hoewel een peuter al begint met praten, zal het nog niet alles begrijpen. Hij of zij krijgt dus het conflict mee, maar snapt de oorzaak ervan niet. Daarbij komt dat ze in deze ontwikkelingsfase erg op zichzelf gefocust zijn. Gebeurt er iets, dan betrekken ze dat op zichzelf. Maken ouders ruzie, dan denkt een peuter dus al snel dat hij of zij de oorzaak hiervan is.

Is ruzie per definitie slecht?

Waar mensen met elkaar samenleven, worden ruzies gemaakt. Kinderen moeten er daardoor ook bekend mee worden en leren hoe je op een goede manier met ruzie omgaat. Hoe kom je voor jezelf op en houd je rekening met een ander? Hoe los je een ruzie weer op? Een kind leert dat van zijn of haar voorbeeldfiguur, van jou. Ruzie maken is dus niet per definitie slecht. Sterker nog: groeit een kind op in een omgeving waarin nooit ruzie plaatsvindt, dan kan het erg schrikken wanneer het dit voor het eerst meemaakt.

Als ouders moet je daarbij wel het goede voorbeeld geven: niet schreeuwen, kleineren of dreigen. Fysieke of verbale agressie is absoluut geen goed voorbeeld en zelfs schadelijk. Is een kind getuige van geweld tussen ouders, dan spreek je ook van kindermishandeling.

Naast de manier waarop, bepaalt ook het onderwerp van de ruzie of het kwalijk is dat een kind dit meekrijgt:

  • Onenigheid over alledaagse zaken hoeft niet erg te zijn, maar heeft het betrekking op (de opvoeding of verzorging van) de kinderen, dan is dat het wel.
  • Ruzies over een onderwerp dat een kind niet begrijpt, kunnen verwarrend zijn. In de eerste 1000 dagen is dat natuurlijk vaak het geval, waarbij een kind ook nog eens veel op zichzelf betrekt.
  • Herhaaldelijke ruzies over een onderwerp waar ouders het maar niet over eens worden, zijn ook verwarrend en schadelijk. Door er steeds opnieuw ruzie over te maken, leert een kind niet om een ruzie op te lossen en dat je het niet eens met elkaar kan zijn.

Heerst er spanning in huis, maar maken jullie geen ruzie waar de kinderen bij zijn? Een ijzige en gespannen sfeer merken – met name jonge – kinderen ook op. Wederom zorgt dat voor verwarring.

De directe gevolgen van ruzie tussen ouders

Het is wel duidelijk dat veel en op een verkeerde manier ruziemaken, verwarrend en schadelijk is voor kinderen. De directe gevolgen voor baby’s zijn:

  • Vaker huilen
  • Slecht slapen
  • Slecht eten
  • Zich terugtrekken en erg stil zijn

Doordat jonge kinderen het niet begrijpen en veel op zichzelf betrekken, kunnen ze zich schuldig gaan voelen en bang worden dat er iets verschrikkelijks aan de hand is. Het leidt tot angst en boosheid.

Omdat hun taalvaardigheid nog onvoldoende is ontwikkeld, uiten kinderen deze negatieve gevoelens non-verbaal, in hun gedrag. Op het moment dat er een ruzie plaatsvindt, kunnen ze de aandacht naar zich toetrekken, in plaats van dat de aandacht naar de ruzie gaat. Ze kunnen daardoor ook probleemgedrag vertonen. Daarnaast kan het zich uiten in:

  • Slaapproblemen
  • Eetproblemen
  • Depressief gedrag
  • Agressief gedrag
  • Snel geïrriteerd zijn
  • Veel conflicten met leeftijdsgenootjes

Aan de andere kant kunnen kinderen juist ook erg naar binnen toekeren. Ze trekken zich terug uit contact, worden stil en sluiten zich af tot ze zich weer veilig voelen. Het kan zelfs voorkomen dat een kind een stap teruggaat in zijn of haar ontwikkeling, bijvoorbeeld in het zindelijk worden.

De gevolgen op latere leeftijd

De eerste 1000 dagen van een kinderleven vormen de blauwdruk voor de rest van hun leven. Bepaalde trauma’s en ontwikkelingsproblemen die zich dan voordoen, kunnen blijvende gevolgen hebben. Opgroeien in een gespannen omgeving waar veel ruzie is, kan diepe, emotionele gevolgen hebben. Zijn ze nog maar een baby, dan zijn de latere psychologische gevolgen mogelijk nog groter.

Allereerst leren kinderen niet hoe je met elkaar en met een meningsverschil omgaat en hoe je dit op een positieve manier oplost. Daarnaast kunnen de angstgevoelens door het meekrijgen van ruziënde ouders, later uitmonden in blijvende woede, verdriet en angst. Het kan er ook toe leiden dat een kind geen zelfvertrouwen en basisvertrouwen in de wereld ontwikkeld.

Zoals net is benoemd, is één van de directe gevolgen van het getuige zijn van ruziënde ouders dat kinderen zich afsluiten van de buitenwereld tot ze zich weer veilig voelen. Dit heet dissociatie. Het is een overlevingsmechanisme dat ervoor zorgt dat jij je kunt losmaken van de situatie waar jij je in bevindt. In sommige situaties is het van groot belang, maar komt het keer op keer boven – bijvoorbeeld omdat ouders continu ruziemaken – dan kan er een dissociatiepatroon ontstaan. Dat kan ervoor zorgen dat een kind zich bij een ruzie, groot of klein, altijd zal terugtrekken uit het contact, ook in relaties op latere leeftijd.

Hechtingsproblemen door ruziënde ouders

De eerste jaren – en met name het eerste jaar – leggen de basis voor een veilige hechting. Direct na de geboorte is een baby afhankelijk van de lichamelijke verzorging en voeding van ouders. Dat geeft een kind een gevoel van veiligheid en intimiteit en dat het beschermd wordt tegen negatieve invloeden van buiten. De interactie tussen een kind en ouders heeft invloed op de hechting die al vanaf de geboorte wordt gevormd. Bij een veilig hechting zal een kind bij angst, vermoeidheid of ziekte de nabijheid van de specifieke hechtingsfiguur (vaak de ouder) opzoeken. Dat geeft een gevoel van veiligheid en is de basis voor een gezonde ontwikkeling. Het stimuleert een kind om de wereld te ontdekken en op te groeien tot een zelfstandige en zelfredzame volwassene met zelfvertrouwen.

De hechting is afhankelijk van de verzorging en beschikbaarheid van de hechtingsfiguren, vaak ouders. Ouders moeten openstaan voor signalen van hun kind, deze goed interpreteren en er adequaat op reageren. Dat wordt ook wel sensitieve responsiviteit genoemd. Denk aan een baby die huilt omdat het honger of een vieze luier heeft. Hier heb ik al eens een blog over geschreven.

Hebben ouders in de eerste 1000 dagen van een kind veel ruzie, dan neemt dat hen gevoelsmatig en in gedachten vaak in beslag. Het is dan moeilijk om aandacht en liefde aan kinderen te geven en sensitief responsief te reageren. Daar komt bij dat een ruzie tussen ouders, een kind een angstig en onveilig gevoel kan geven. Het wil troost en veiligheid zoeken. De personen bij wie hij of zij dat zoekt, zijn alleen ook de veroorzakers van dat angstige en onveilige gevoel. Gebeurt dit in de eerste 1000 dagen vaak, dan kan dat leiden tot een onveilige hechting, met name een gedesorganiseerde hechting. Hierdoor heeft een kind continu een onbewuste tweestrijd: het is bang voor de ouder, maar heeft hem of haar ook nodig. Daardoor raakt het op zijn hoede, alert en in de overlevingsstand. Uiteindelijk durft een kind hierdoor de wereld niet te ontdekken en komt het niet tot spel. Het weet niet of het een ander kan vertrouwen, voelt zich alleen en is daardoor emotioneel kwetsbaar.

Een onveilige hechting zorgt op latere leeftijd voor:

  • Moeite met het aangaan van relaties, met name liefdesrelaties
  • Continu op zoek zijn naar bevestiging van anderen en daarbij meer op een ander dan op zichzelf gericht zijn
  • Moeilijk met stress om kunnen gaan
  • Vaak onzeker voelen

Gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilige opgroeien

Hoewel veel ouders denken dat jonge kinderen niks meekrijgen van ruzies en spanning, is dat dus wel het geval. Het kan zelfs grotere gevolgen voor ze hebben, dan je denkt. Zoals je hebt gelezen, is een ruzie niet per definitie schadelijk, kinderen moeten zelf immers ook leren hoe je een ruzie oplost. Komen ruzies tussen jullie als ouders vaak voor en gaan ze over bepaalde onderwerpen, dan is het wel schadelijk. Het is belangrijk om je als ouders bewust te zijn van het voorbeeldfiguur dat je bent en om ruzies onderling op een goede manier op te lossen.

Gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien. Laten we als volwassene het goede voorbeeld geven.

 

Bronnen: thuisarts.nl, Erasmus Universiteit Rotterdam, opvoedadvies.nl, Nederlands Jeugdinstituut, gezonderleven.com, echtscheidingnijmegen.nl, pleegzorg.nl en het boek Inleiding in de pedagogiek.

Slapen op de kinderopvang

Slapen op de kinderopvang

Kinderen slapen tot ze 3 jaar zijn één of meerdere keren overdag. Uit veel onderzoek is gebleken dat het, vooral in de eerste maanden na de geboorte, belangrijk is om veel huid-op-huid contact met een baby te hebben. De baby raakt zo veilig gehecht aan de ouders. Daarom dragen veel ouders hun baby tijdens een middagslaapje veel in een draagzak of sussen ze hun baby op de arm in slaap. Vanaf een paar maanden slapen kinderen het best als ze zelfstandig in hun eigen bedje in slaap vallen. Ze slapen het meest rustig, diep en worden uitgerust wakker. Gaan kinderen naar de kinderopvang, dan slapen ze daar in een eigen bedje. Maak jij je zorgen over of je zoon of dochter wel goed zal slapen op de kinderopvang? In deze blog geef ik je hierover meer informatie en een paar tips om je kind zelfstandig te leren slapen.

Niet zelfstandig in slaap vallen

Laat je jouw baby vaak in een draagzak in slaap vallen of valt jouw peuter op de arm het beste in slaap? Dan raakt hij of zij daar op den duur aan gewend. Het zal daardoor niet of moeilijker zelfstandig in bed in slaap vallen. Gaat jouw zoon of dochter op den duur naar de kinderopvang, dan kan dat voor problemen zorgen. Hij of zij kan niet zelfstandig in slaap vallen of wordt al snel weer wakker en zal merken dat er niemand bij hem of haar is, waardoor hij of zij in paniek raakt en gaat huilen. Vaak lukt het dan helemaal niet meer om in slaap te komen.

Op het kinderdagverblijf zijn natuurlijk meerdere baby’s op een groep. Het is voor groepsleidsters onmogelijk om kinderen in een draagzak of op hun arm in slaap te sussen. Kinderen zullen dit zelfstandig, in een eigen bedje moeten doen. Daarom is het belangrijk om jouw zoon of dochter dit toch te leren. Het betekent niet dat jouw baby nooit meer in een draagdoek in slaap mag vallen, maar hij of zij moet zich veilig genoeg voelen om het in ieder geval in een eigen bedje te kunnen.

Partner in de opvoeding

Als ouder ben je natuurlijk dé ouder en dé opvoeder. Gaat je kind naar het kinderdagverblijf, dan brengt het daar ook veel tijd door. Hij of zij eet, slaapt en speelt er en leert er allerlei vaardigheden. Je kunt groepsleidsters daarom zien als een partner in de opvoeding.

Bij thema’s als slaap komt deze partnerschap duidelijk naar voren. Gaat het bedtijdritueel thuis op een hele andere manier dan op de kinderopvang, dan kan het zijn dat een baby moeite heeft om in slaap te komen. Door dit op elkaar af te stemmen en hier afspraken over te maken, gaat dit meestal beter.

Tips voor ouders en pedagogisch medewerkers

Gaat jouw kind binnenkort naar de kinderopvang en kan het nog niet zelfstandig in slaap vallen? Of merk je dat je kind binnen een half uur alweer wakker wordt en niet verder wil slapen? Hier zijn een aantal tips:

1.     Creëer een bedtijdroutine

De mens is een gewoontedier. Dat is al vanaf de geboorte al zo. Routines geven rust en maken dingen voorspelbaar. Zo draagt een bedtijdroutine bij aan een goede slaap. Ga eens bij jezelf na: wat doe jij voordat je gaat slapen? Ga je na het tandenpoetsen direct slapen of lees je eerst nog een paar bladzijdes uit een boek? Waarschijnlijk heb je hier een routine voor en voor kinderen werkt zo’n vaste bedtijdroutine ook erg goed. Het geeft jouw kind namelijk signalen dat het moment van slapen er bijna aan komt, waardoor hij of zij al in de slaapmodus komt. Het wordt rustiger en slaperig. Bovendien maakt een bedtijdroutine de situatie van naar bed gaan duidelijk en voorspelbaar, wat ook rust geeft. Tot slot bestaat een bedtijdroutine vaak uit rustige handelingen, wat een kalmerend effect heeft.

Een onderdeel van een bedtijdroutine is de volgorde van bepaalde handelingen die je doet voordat je kind kan slapen: eerst de luier verschonen, daarna het slaapzakje aandoen, vervolgens voorlezen, nog even knuffelen en tot slot een slaapliedje op de babyfoon aan zetten.

Bovenstaande onderdelen kunnen ook losse elementen van een bedtijdroutine zijn. Een slaapzakje kan een kind doen herinneren aan dat het moet gaan slapen, net als het zingen van een bepaald slaapliedje of een knuffeltje die je zoon of dochter alleen bij het slapen bij zich heeft.

Een bedtijdroutine kan ervoor zorgen dat je kind thuis goed en zelfstandig in slaap kan vallen. Om dat op het kinderdagverblijf door te zetten, kan je met de pedagogisch medewerkers bespreken om (onderdelen van) de bedtijdroutine ook op het kinderdagverblijf te hanteren. Omdat ze vaak meerdere kinderen rond dezelfde tijd in bed moeten leggen, is het lastig om de hele routine uit te voeren. Gelukkig kan een bepaalde slaapknuffel, hetzelfde slaapzakje of een slaapliedje op de babyfoon al voldoende zijn. Daarnaast wordt op een kinderdagverblijf gedurende de dag meestal een vaste structuur aangehouden. Dat maakt het voor kinderen al erg voorspelbaar wanneer ze gaan slapen.

2.     Blijf erbij tot je kind slaapt

Blijf bij je kind tot het slaapt of kom om de vijf of tien minuten even terug om te laten zien dat je er voor hem of haar bent. Zo leert je kind zelfstandig te slapen, terwijl het wel het gevoel heeft dat het op jouw hulp en nabijheid kan rekenen. Ook dit kan je met een pedagogisch medewerker bespreken.

3.     Vermijd prikkels voor het slapen gaan

Om goed te kunnen slapen, is het belangrijk dat je zo min mogelijk prikkels binnenkrijgt. Dat geldt voor volwassenen, maar voor jonge kinderen net zo goed. Probeer daarom, voordat je jouw zoon of dochter in bed legt, prikkels te verminderen. Praat zachter en langzamer, zet muziek, tv en andere apparaten uit. Geef ook geen speeltjes die geluid of bewegingen maken. Zorg er daarnaast voor dat je rustig en op een laag tempo naar het slaapmoment toe werkt. Moet je opschieten of is het al erg laat? Neem dan alsnog de tijd. Je kind gehaast in bed leggen, zorgt er namelijk voor dat hij of zij minder snel slaapt. Het zal daardoor alleen nog maar langer duren.

4.     Na 10 minuten op schoot in slaap te zijn gevallen, kindje overleggen in een bedje

Als het dan toch niet goed lukt, maak er geen strijd van. Neem je zoon of dochter fijn op schoot en wieg hem of haar in slaap. Na ca. 10 minuutjes is hij of zij waarschijnlijk diep in slaap. Dit kun je testen door het armpje een beetje op te tillen. Als dat als een lappenpop naar beneden valt, dan slaapt je kind diep. Dat is het moment waarop je hem of haar kan overleggen in een bedje. De volgende keer probeer je eerst weer het bedtijdritueel, voordat je jouw zoon of dochter op schoot in slaap sust. Op den duur zal het zelf in slaap vallen in bed gaan lukken.

5.     Communiceer goed met elkaar

Communicatie tussen ouders en pedagogisch medewerkers is ontzettend belangrijk. Bespreek wat goed werkt en wat niet. Laat het als ouder weten wanneer je zoon of dochter een slechte nacht heeft gehad en vertel als pedagogisch medewerker ook aan ouders hoe het slapen overdag is vergaan. Maak afspraken over hoe laat en vaak je zoon of dochter overdag moet slapen en over een eventuele bedtijdroutine. Heeft je kind het bijvoorbeeld nodig dat jij of een pedagogisch medewerker nog 10 minuten bij hem of haar is, zodat het rustig in slaap kan vallen. Bespreek dit dan met elkaar.

6.     Accepteer dat het soms anders gaat

Tot slot een hele andere tip dan de voorgaande: accepteer dat het slapen de ene keer beter gaat dan de andere keer. Heeft je kind ’s middags niet goed of maar kort geslapen? Dat hoeft geen probleem te zijn. Houd hier overdag rekening mee en leg hem of haar ’s avonds iets eerder in bed. Het kan ook zijn dat je zoon of dochter na een kort middagslaapje wel gewoon blij is en lekker speelt. Dan is het helemaal geen probleem. Uiteindelijk gaat het erom hoe het met jouw zoon of dochter gaat. Gaat het goed? Dan is het ook goed.

Gelukkig kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien

Slaapproblemen zijn een van de meest voorkomende problemen bij jonge kinderen. De bovenstaande tips kunnen jou hierbij helpen. Daarnaast hebben pedagogisch medewerkers op de kinderopvang hier veel ervaring mee. Slaapt jouw kind thuis of op de kinderopvang niet goed? Bespreek dit dan met de pedagogisch medewerkers en maak samen een plan om dit te verbeteren.

Gelukkige kinderen zijn kinderen die zich emotioneel veilig voelen. Een bedtijdritueel maakt de situatie voorspelbaar en geeft die emotionele veiligheid. Daardoor zal je zoon of dochter uiteindelijk zelfstandig in een eigen bedje in slaap vallen. Daarnaast draagt lekker uitgeslapen zijn bij aan een tevreden gevoel.

Wil je meer weten over opvoedvaardigheden, zoals het bewust inspelen op de signalen van je kind? Lees dan de blog die ik schreef over sensitieve responsiviteit.

Vermoeden van kindermishandeling – wegkijken of actie?

Vermoeden van kindermishandeling – wegkijken of actie?

We lezen allemaal wel eens cijfers over kindermishandeling. In iedere klas moet minimaal één kind zitten dat slachtoffer is van kindermishandeling. Dat geldt ook voor kinderen in de kinderopvang, ook in de leeftijd van 0-4 jaar. Daarnaast wordt er veel geschreven over dat tijdens de lockdown de cijfers van kindermishandeling ongeveer zijn verdrievoudigd.

Als je met kinderen werkt of omgaat of kinderen naast je hebt wonen, dan kan het ook jou overkomen: een niet-pluis onderbuikgevoel. Je schrikt. Je hebt een naar gevoel over de thuissituatie van het kind. Je hebt de behoefte om te overleggen met jouw collega’s of mede-sporttrainers. Je vraagt je af of jouw andere buren zich ook wel eens zorgen maken.

Wat doe je dan? Wegkijken of actie?

Wegkijken

Je kunt een hoop redenen bedenken waarom je niet in de actie komt:

  • ‘Stel dat ik het mis heb. Wat doe ik dat gezin dan aan?’
  • ‘Stel dat de buren boos op me worden? Ik woon hier met veel plezier en heb geen verhuisplannen.’
  • ‘Er zijn toch wachtlijsten in de hulpverlening. Als ik mijn nek uitsteek voor dat kind, dan gebeurt er toch niets.’
  • ‘Het valt ook niet mee om als leerkracht zo veel kinderen in het gareel te moeten houden.’
  • ‘Mijn collega reageert misschien wat streng, maar ze heeft ook haar goede kanten.’
  • ‘Ik heb het van horen zeggen. Wie zegt mij dat moeder gelijk heeft dat vader zo slecht is?’
  • ‘De trainer zal zijn dag wel niet hebben. Gelukkig heeft het kindje wel plezier op het veld.’
  • ‘We hebben allemaal wel eens een borrel op het werk.’

Zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Al deze bedenkingen worden ook wel de dilemma-lijst genoemd. Ze houden ons af van het in actie komen, waardoor het kind in een (mogelijk) onveilige situatie blijft zitten.

Actie

Kom je wel in actie, dan werkt jouw gezonde geweten. Fantastisch. Je wilt er zeker van zijn dat het kind in een emotioneel en fysiek veilige omgeving is. Het gevoel van emotionele veiligheid bij volwassenen waar een kind afhankelijk van is, is de basis waarop een kind zich kan ontwikkelen en eigen talenten kan inzetten. Het maakt niet uit of dat nu thuis, in de kinderopvang, op school, op de sportvereniging of waar dan ook is. De emotionele veiligheid biedt het kind de durf om de wereld om zich heen te ontdekken, met jou als volwassene als steun en voor advies. Kinderen die emotioneel veilig opgroeien, hebben een grotere kans op een gelukkig leven. Heeft niet ieder kind daar recht op?

Wat kan je doen?

Wat kan je doen als je het vermoeden hebt dat er sprake is van een emotioneel en misschien wel fysiek onveilige omgeving voor het kind? Mijn allereerste en allerbelangrijkste advies aan jullie allemaal is:

Vraag (anoniem) advies bij Veilig Thuis (tel.: 0800-2000). De medewerker die je aan de telefoon krijgt, hoort jouw verhaal aan, waarna hij/zij de kern kort en krachtig samenvat. Er zal duidelijk aangegeven worden waarom het terecht is dat je je zorgen maakt of waarom je toch geen zorgen hoeft te maken. Ook wordt met jou besproken wat jouw vervolgstap kan zijn. Er wordt jou een dossiernummer gegeven. Bel je een volgende keer weer belt, dan kan de medewerker zo het verhaal van de collega erbij pakken en hoef je niet helemaal opnieuw alles te vertellen.

Mijn eigen ervaring

Onlangs heb ik zelf, als interim-manager in de kinderopvang, een melding gedaan bij Veilig Thuis. De pedagogisch medewerker van de groep deelde haar zorgen met mij en andere collega’s hadden ook een niet-pluis gevoel. Ik begreep de zorgen en nam contact op met de aandachtsfunctionaris van onze kinderopvangorganisatie. Zij adviseerde mij dat het van belang was om, naar aanleiding van onze bevindingen, samen met de pedagogisch medewerker in gesprek te gaan met ouders en onze bevindingen zo objectief mogelijk te delen. Ook heb ik voor advies voor het gesprek contact opgenomen met Veilig Thuis.

Het gesprek met Veilig Thuis was erg prettig. Het bevestigde me dat ik me wel degelijk ongerust mocht maken en dat ik in het belang van de veiligheid van het kind reageerde. Het gesprek met de ouders en de pedagogisch medewerker volgde. Naar aanleiding van dat verontrustende gesprek heb ik een melding gedaan bij Veilig Thuis.

Je zult begrijpen dat deze casus een enorme impact heeft gehad op het hele team. Wat hebben we ons zorgen gemaakt om de emotionele en fysieke veiligheid van het kind.

Wat mij gemotiveerd heeft om niet weg te kijken en om actie te ondernemen, was de opmerking van onze aandachtsfunctionaris: “Het is niet aan ons om aan waarheidsvinding te doen. Dat is aan Veilig Thuis. Wij signaleren alleen dat er mogelijk sprake is van kindermishandeling. In het belang van de veiligheid van het kind doen we hiervan melding bij Veilig Thuis.”

“Gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien”

Door mijn verantwoordelijkheid te nemen, niet weg te kijken en in actie te komen, nam ik het kind serieus. Ik wilde me inzetten voor de emotionele veiligheid van het kind. Hierdoor krijgt het kind de kans om in een veilige omgeving op te groeien tot een zelfbewuste, zelfstandige en gelukkige volwassene. Met Marcato Coaching streef ik die emotionele veiligheid van kinderen na, want gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien.

Heb jij ook wel eens een niet-pluis onderbuikgevoel? Neem dit gevoel serieus en kom in actie. De kans is groot dat je met jouw actie een kind kunt redden van een ongelukkige toekomst. Hoe mooi is dat?!

Wil jij meer weten over welke stappen je kunt ondernemen als je een niet-pluis onderbuikgevoel hebt? Neem gerust contact met me op. Wil je meer weten over wie ik ben? Kijk dan op deze pagina.

7 tips voor een rustige Sinterklaastijd

7 tips voor een rustige Sinterklaastijd

De Sinterklaastijd is weer aangebroken. Een gezellige tijd, waar kinderen het hele jaar naar uitkijken. Voor veel kinderen is het alleen ook heel spannend en druk. Allerlei activiteiten, de verlanglijstjes en het Sinterklaasjournaal zorgen voor veel prikkels. Kinderen hebben het er veel over, stellen allerlei vragen en hebben hoge verwachtingen. Ze worden druk, slapen slechter en zijn daardoor sneller moe. Gelukkig kan je op een aantal manieren zorgen voor rust. Zo geniet je samen met je kind volop van de Sinterklaastijd. Ik geef je 7 tips. 

1. Bied zoveel mogelijk structuur

Kinderen zijn gebaat bij structuur. Het geeft overzicht, duidelijkheid en rust. De Sinterklaastijd is al onrustig genoeg. Bied daarom zoveel mogelijk structuur en houd jullie gebruikelijke dagstructuur zoveel mogelijk in stand. Gaan jullie de schoen zetten? Zorg er dan voor dat je dit al hebt gedaan op het moment dat je zoon of dochter normaal gesproken naar bed gaat. Kijk de volgende ochtend kort naar wat er in de schoen zit en spreek af dat je kind hier ’s middags direct mee mag spelen. Probeer vervolgens zo goed mogelijk jullie gebruikelijke ochtendritme weer op te pakken.

2. Maak samen een kalender

Van onduidelijkheid worden kinderen extra onrustig. Ze weten niet waar ze aan toe zijn en hebben daardoor veel vragen. Je kunt je voorstellen dat dit in de Sinterklaastijd wordt versterkt. Maak daarom samen met je kind een kalender en schrijf hierop de planning voor de komende weken op. Wanneer is de intocht? Wanneer komt Sinterklaas op school, de sportvereniging of de BSO? Op welke dagen zetten jullie de schoen en wanneer vieren jullie pakjesavond?

Door dit samen met je kind te doen, maak je de planning visueel. Je kind weet zo precies wanneer er wat gebeurt. Naast dat het duidelijkheid geeft, voorkomt het grotendeels ook strijd. Hoort je kind dat een vriendje wel zijn schoen mag zetten op een avond dat dit niet op jullie kalender staat? Waarschijnlijk vraagt het dan aan jou of jullie dit ook gaan doen en wordt hij of zij even boos als het niet mag. Het is dan extra belangrijk om je consequent aan de planning te houden. Uiteindelijk geeft dit je kind namelijk juist rust en vertrouwen.

3. Haal de spanning weg

Kan Sinterklaas wel binnenkomen om een cadeau in mijn schoen te doen? Heeft hij mijn verlanglijstje wel gekregen? Slaat hij ons huis niet over op pakjesavond? Dit zijn enkele van de vele vragen die kinderen hebben. Die zorgen voor veel spanning. Luister naar deze vragen. Zie en hoor je kind en bedenk oplossingen voor de vragen. Op deze manier verminder je de onrust.

Het uitpakken van de cadeaus bij pakjesavond is ook erg spannend voor kinderen. Krijgen ze eindelijk die racebaan of pop die ze zo graag wilden? Omdat het voor de kinderen met name om de cadeautjes gaat, willen ze die het liefst allemaal in één keer uitpakken. Houd hier rekening mee. Bedenk en bespreek van tevoren hoe je de avond wilt vieren:

  • Wil je dat je zoon of dochter die spanning zo snel mogelijk kwijtraakt? Dan kan je ervoor kiezen om je kind meteen de cadeaus uit te laten pakken.
  • Wil je het liever gezellig, met een gezelschap vieren? Bespreek dan van tevoren duidelijk wat de bedoeling is. Spreek bijvoorbeeld af dat iedereen één voor één een cadeautje mag uitpakken en dat jullie naar elkaars gedicht luisteren.

Tip: Laat je kind vlak voor het luisteren naar een gedicht een paar pepernoten pakken. Het zal deze aandachtig opeten en langer kunnen luisteren.

4. Doe niet enkel Sinterklaas activiteiten

Het is natuurlijk heel leuk en gezellig om deze weken gezellig pepernoten te bakken, een pietenmuts te knutselen, Sinterklaasliedjes te luisteren en boekjes te lezen over Sinterklaas. Zorg er alleen voor dat je dit afwisselt met andere activiteiten die niet in het teken staan van Sinterklaas. Kinderen vinden het leuk, maar ook heel spannend. Bovendien staat op school, bij de sportclub en op de BSO ook veel al in het teken van Sinterklaas. Bekende activiteiten die niet met Sinterklaas te maken hebben, geven kinderen weer meer rust.

Het Sinterklaasjournaal is ook iets wat kinderen in deze tijd graag willen kijken. Hier zit altijd een verhaallijn in waarbij iets misgaat. Dat geeft je kind natuurlijk nog meer spanning. Probeer daarom het kijken naar het Sinterklaasjournaal te beperken. Kijkt je kind het ook op school? Kijk het dan ’s avonds bij jullie thuis niet. Wordt er niet op school naar gekeken? Kijk het dan overdag terug, zodat je kind niet met spanning naar bed gaat.

5. Zorg voor extra rust tussendoor

Vooral in de week voor 5 december is het onwijs druk voor jouw zoon of dochter. Sinterklaas komt langs op school, de sportvereniging, de BSO en misschien ook nog wel op het werk van papa en mama. Nadat jullie een paar keer de schoen hebben gezet, brengt Sinterklaas ook eindelijk een zak cadeaus bij jullie thuis langs.

Zorg er daarom voor dat je niks extra’s plant. Zo kan je om die activiteiten heen de rust bewaren. Plan bijvoorbeeld geen afspraak bij de tandarts of de kapper en ga niet samen nieuwe kleren kopen in de drukke stad.

Creëer daarnaast thuis meer uitraas- en rustmomenten. Gooi eerst buiten alle energie eruit en doe daarna binnen een rustige activiteit. Het verschilt per kind welke activiteiten hiervoor helpen. Denk bij een drukke activiteit aan tikkertje, voetballen of in de speeltuin spelen. Een boekje lezen, knutselen of met de Lego spelen, brengen veel kinderen weer helemaal tot rust.

Houd je tevens extra goed aan de normale bedtijden van je kind. Alle indrukken en spanningen worden tijdens het slapen verwerkt. Hij of zij heeft het dus hard nodig. Kan je kind niet in slaap komen door de spanning? Praat er dan eerst met elkaar over.

6. Gebruik Sinterklaas niet als pedagogisch middel

Het is heel aanlokkelijk om Sinterklaas en de Pieten te betrekken in de opvoeding. Het maakt namelijk veel indruk dat Sinterklaas stoute kinderen geen cadeaus geeft of je kind geen schoen mag zetten als het niet luistert. De kans is groot dat hij of zij goed zal luisteren. Dit doet het alleen vanuit angst, waardoor het alleen maar meer gespannen zal zijn. Bovendien is het effect van korte duur en ben jij als opvoeder toch echt degene die grenzen moet stellen, niet Sinterklaas. Vermijd dit dus.

7. Sluit de periode bewust af

Op 6 december zal Sinterklaas weer terug naar Spanje gaan. Besteed hier aandacht aan door een uittocht te bekijken of nog één keer Sinterklaasliedjes te zingen. Op deze manier sluit je samen met je kind de periode bewust af. Zo kan de rust weer terugkeren.

Onrust en spanning zijn onvermijdelijk, maar met deze tips houd jij de Sinterklaastijd zo rustig mogelijk. Om alle spanningen te kunnen hanteren, zal je kind jou nodig hebben. Je zorgt hiermee voor de emotionele veiligheid van jouw kind. Samen kunnen jullie genieten van het kinderfeest en geluk beleven aan de aandacht van de grote kindervriend.

Met Marcato coaching streef ik de emotionele veiligheid van kinderen na. Want in mijn optiek zijn gelukkige kinderen, kinderen die emotioneel veilig opgroeien. Geniet samen van de gezellige tijd en je blije zoon of dochter.

Sensitieve responsiviteit: wat is dat?

Sensitieve responsiviteit: wat is dat?

In een eerdere blog heb ik het al benoemd: sensitieve responsiviteit is een belangrijke interactievaardigheid van een ouder. Het bepaalt mede hoe je kind de wereld ontdekt en zich ontwikkelt. Ook voor een goede hechting van je kind is sensitieve responsiviteit een voorwaarde. Daarom is het belangrijk om te weten wat deze lastige woorden betekenen en wanneer je het precies bent. Ik leg het je uit in deze blog.

Wat is sensitiviteit?

Kinderen geven dagelijks allerlei signalen af. Signalen van blijdschap, nieuwsgierigheid en tevredenheid, maar ook van trek hebben, angst en verdriet. Elk kind doet dat op zijn of haar manier. Een baby doet dat bijvoorbeeld met geluiden en wijzen, want die kan nog niet praten. Oudere kinderen kunnen zich ook verwoorden.

Sensitiviteit betekent dat je gevoelig bent voor de signalen van je kind. Je staat open om deze signalen te ontvangen en begrijpt op den duur wat je kind met bepaalde signalen bedoelt. Je hebt als het waren de voelsprieten hiervoor.

Wat is responsiviteit?

De signalen van je kind opvangen is een eerste stap. Hier iets mee doen is de tweede. Responsiviteit betekent dat je op een passende, adequate manier reageert. Een baby kan bijvoorbeeld huilen als het trek heeft, zich niet goed voelt of aandacht wil. Eten maken of troost bieden is daarop een adequate reactie.

Sensitieve responsiviteit betekent dus dat je signalen van kinderen opvangt en kan duiden en hier adequaat op reageert. Je kunt hierdoor voldoen aan de behoeften van je kind. Maar hoe kan je dat nou precies zijn?

Het start bij goed kijken en luisteren naar wat jouw kind doet en hoe het zich uit. Kinderen geven continu allerlei signalen af. Dat doen ze door middel van geluid, maar ook met hun gezichtsuitdrukking, met hun lichaamshouding en door ergens naar te kijken en te wijzen. Het is dus erg belangrijk om ook goed naar je kind te kijken. Bij een baby is het lastiger om signalen op te vangen dan bij een kind dat al kan vertellen wat het wil. Je zal je echter verbazen over hoeveel signalen je kind geeft.

Vervolgens is het de kunst om te ontdekken wat je kind met een signaal bedoelt en om daar passend op te reageren. Is je kind geschrokken of heeft het pijn? Troost hem of haar met geruststellende woorden of een knuffel. Kijkt je kind ergens aandachtig naar of wijst het iets aan? Dan is het mogelijk nieuwsgierig. Kijk ernaar, benoem wat je ziet en laat weten dat je het ziet. Zeg: ‘Ik zie het’ of: ‘Dat is een mooie auto.’ Je kunt het ook pakken en aan je kind geven. Jouw kind leert zo op een leuke en vertrouwde manier dat het nieuwsgierig mag zijn.

Waarom is sensitieve responsiviteit zo belangrijk?

Door sensitief responsief te zijn, ondersteun je jouw kind in zijn of haar ontwikkeling, op allerlei gebieden. Zo heeft de mate waarin een ouder sensitief responsief is invloed op de hechting van een kind. De basis hiervan wordt gelegd in de eerste levensjaren. Hoe meer je als ouder sensitief responsief bent, hoe steviger de basis voor een veilige hechting zal zijn.

Ook voelt jouw kind hierdoor dat het invloed kan uitoefenen op de buitenwereld. Het merkt namelijk dat jij reageert wanneer het signalen geeft.

In de pedagogiek wordt sensitieve responsiviteit gezien als een vorm van ondersteuning bieden. Het leven is natuurlijk een grote ontdekkingsreis die een kind van baby af aan doormaakt. Het leert dagelijks allerlei nieuws kennen en ontwikkelt vaardigheden. Je kind heeft jou, onder andere als sensitieve responsieve ouder, daarbij nodig. Ervaart een kind de ondersteuning die je hiermee biedt, dan zal het meer vertrouwen hebben om de wereld om zich heen te durven ontdekken.

Sensitieve responsiviteit betekent ook dat je jouw kind volgt. Daardoor kan het op zijn of haar eigen tijd en tempo spelenderwijs leren. Je overvraagt je kind niet en stimuleert hiermee zijn of haar interesse en nieuwsgierigheid. Het leert zo op een vertrouwde manier de wereld kennen en te ordenen. Ook stimuleer je jouw kind al van jongs af aan met de taalontwikkeling door woorden te geven aan alle ontdekkingen.

Tot slot is het ook belangrijk om, wanneer jij reageert op een signaal, je kind ruimte te geven om hier weer op te reageren. Hierdoor leert hij/zij het principe ‘van beurt wisselen’, ontwikkelt het sociale vaardigheden en ontwikkelt het zelfdiscipline.

Waarom ik het belangrijk vind

Binnen mijn werk vanuit Marcato coaching vind ik sensitieve responsiviteit erg belangrijk. Door als ouder of pedagogisch medewerker sensitief responsief te reageren naar een kind, voelt het kind zich gezien en gehoord. Door op deze manier te reageren zorg je ervoor dat het kind zich veilig en geborgen voelt, de zogenaamde emotionele veiligheid. Het gevoel van emotionele veiligheid is de basis van een kind vanuit waar hij/zij zich uitgenodigd voelt om zich te ontwikkelen, zowel op persoonlijk als sociaal gebied. Spelenderwijs ontdekt het kind de wereld om zich heen met jou als vertrouwde opvoeder naast zich.

Wil je meer weten over opvoeden en opvoedingsvaardigheden? Klik hier voor de blog die ik daarover schreef.

Opvoeden: Waarom doen we het eigenlijk?

Opvoeden: Waarom doen we het eigenlijk?

Er wordt veel over gesproken en dagelijks doen miljarden mensen het, bewust en onbewust: opvoeden. Vanaf het moment dat een kind geboren wordt, gaat het van start. Er zijn ouders bij wie het vanzelf lijkt te gaan en anderen hebben er soms hulp bij nodig van eigen ouders, vrienden of soms professionele opvoedondersteuning. Opvoeden is belangrijk en veel omvattend. Het vormt de fundamentele basis voor de ontwikkeling van ieder kind. Naar mijn idee staan wij als ouders daar onvoldoende bij stil. Daarom wil ik met deze blog inzicht geven in wat er zo belangrijk is aan opvoeden en wat het doel hier eigenlijk van is. Wat willen we bereiken met de opvoeding van onze kinderen?

Wat is opvoeden precies?

In de pedagogiek wordt opvoeden gezien als ‘alle omgang tussen ouder en kind, waarbij gericht een relatie wordt aangegaan en de ouder het kind liefde, geborgenheid, veiligheid, intimiteit, aandacht, grenzen, instructie, ondersteuning en controle biedt’. Er is sprake van een opvoeding als er een liefdevolle relatie is met wederzijds respect tussen de ouder en het kind en het kind zich voldoende veilig voelt bij de ouder. Het kind heeft vertrouwen, kan rekenen op, voelt zich geaccepteerd door en krijgt ondersteuning van de ouder. Tot slot daagt de ouder het kind uit om eigen beslissingen te nemen en te experimenteren met nieuwe dingen. Is dat allemaal aanwezig, dan spreken we van opvoeden.

Opvoeden bestaat continu uit interactie tussen de ouder en het kind. Als ouder geef je bijvoorbeeld een liefdevolle knuffel, waarop jouw kind met liefde en aangepast gedrag of met boosheid en tegenstribbelen reageert. Vervolgens geef je daar als ouder weer een reactie op. Zo ontstaat interactie. De gevoelens die het kind ervaart bij de actie van de ouder, bepaalt welke reactie hij of zij geeft. Het gedrag van een kind is dus gekoppeld aan het opvoedgedrag van de ouder. Ook laat dit zien dat opvoeden een circulair proces is dat continu door blijft gaan. We kunnen niet stoppen met opvoeden.

Wat zijn de belangrijkste aspecten van opvoeden?

De basis van opvoeden bestaat uit vier dimensies: ondersteuning bieden, instructies geven, controle uitoefenen en grenzen stellen.

Zelfs elke opvoed- en soortgelijke situatie heeft te maken met deze vier dimensies. Of het nou gaat om een ouder, docent, werknemer of pedagogisch medewerker. De invulling van deze dimensies wordt bepaald door de waarden, normen en opvattingen van de ‘opvoeder’ en de organisatie.

1. Ondersteuning bieden

Ondersteuning bied je als ouder door liefde en zorg voor jouw kind uit te drukken en door het fysieke en emotionele welzijn van jouw kind te ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan helpen, accepteren, bemoedigen en interesse tonen voor het gedrag en signalen van jouw kind.

De ondersteuning kan materieel geboden worden, bijvoorbeeld met een grotere fiets of een laptop voor school, maar ook door samen iets te doen en door aanwijzingen en adviezen te geven. Als ouder kan je ook emotionele ondersteuning bieden, bijvoorbeeld door warmte en affectie te tonen. Hierdoor laat je merken dat je emotioneel beschikbaar bent, wat een positieve ontwikkeling stimuleert.

Sensitieve responsiviteit is een belangrijk onderdeel van de emotionele ondersteuning. Het betekent dat je gevoelig bent voor de signalen van jouw kind en hier adequaat op reageert.

Een ander onderdeel van ondersteuning bieden is ‘belonen’ en ‘straffen’. Straffen klinkt streng, maar er wordt mee bedoeld dat de opvoeder een gepaste reactie geeft of maatregel treft, waardoor ongewenste gedrag wordt afgekeurd en gewenst gedrag wordt gestimuleerd. Gedrag negeren is ook een vorm van afkeuren. Kinderen moeten nog leren wat gewenst en ongewenst gedrag is en dat doen ouders door middel van beloning en ongewenst gedrag afkeuren. Beloning kan van alles zijn, zoals samen met de ouder iets gezelligs doen. Een beloning zorgt ervoor dat een kind zich prettig voelt. Hierdoor zal hij of zij het beloonde gedrag vaker laten zien. Andersom wordt met ‘straffen’ ongewenst gedrag afgeleerd. Een ‘straf’ ondersteunt altijd het gewenste gedrag en wordt nooit uit frustratie van de ouder opgelegd. Anders werkt het namelijk niet. Door gedrag consequent af- of goed te keuren leert een kind wat gewenst en ongewenst is.

2. Instructie geven

Met het geven van instructies laat je als ouder aan jouw kind weten wat de bedoeling ergens van is en geef je aan welk gedrag verwacht wordt. Uiteindelijk zorgt dit ervoor dat jouw kind kennis en vaardigheden ontwikkelt. Het leert eigen problemen op te lossen, zich te redden in moeilijke situaties en verantwoordelijkheid te nemen. Eigenheid wordt ontwikkeld en jouw kind zal steeds beter eigen beslissingen kunnen nemen. Het stimuleert de ontwikkeling van zelfstandigheid.

3. Controle uitoefenen

Er zijn twee vormen van controle uitoefenen. Allereerst is er autoritaire controle. Hierbij oefent de ouder druk uit op het kind zodat het gewenst gedrag laat zien. De ouder gebruikt zijn of haar macht en strikte regels om het gedrag af te dwingen en eist onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. De behoeften van het kind wordt ongeschikt aan die van de ouder en de bewegingsvrijheid en autonomie van het kind worden ondermijnd. Dit opvoedgedrag wordt vaak gehanteerd door ouders die rust, regelmaat en gehoorzaamheid belangrijk vinden en komt vaak voort uit angst en het gevoel van onmacht. Het heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van kinderen en zorgt er vaak voor dat er veel conflicten zijn wanneer een kind ouder wordt. Ook zijn kinderen vaak niet in staat om hun eigen wensen en verlangens vorm te geven en komen ze veel in conflictsituaties terecht.

De tweede vorm van controle is de autoritatieve controle. Hierbij geef je als ouder meer uitleg aan je kind. Je geeft een instructie, informatie, een suggestie en aanwijzingen voor gewenst gedrag. Je moedigt je kind aan om het eigen handelen te onderzoeken en verantwoordelijkheid te nemen. Hierdoor wordt zelfstandigheid meer aangesproken. Regels zijn duidelijk. Overtredingen worden ‘gestraft’ en daar geef je een verklaring voor. Positief gedrag wordt gestimuleerd doordat je bijvoorbeeld laat weten dat je bepaald gedrag waardeert. Daardoor zal jouw kind dit gedrag vaker gaan uiten. Autoritatieve controle heeft een zeer positief effect op de ontwikkeling van een kind.

4. Grenzen stellen

Zoals reeds benoemd is, leren kinderen in hun opvoeding welk gedrag gewenst of ongewenst is. Als ouder moet je daarvoor grenzen stellen en consequent zijn. Door vanaf de geboorte consequent negatief gedrag te negeren en positief gedrag te benadrukken, zal een kind zich positief gaan gedragen.

Veel ouders vinden het stellen van grenzen lastig. Kinderen kunnen er namelijk boos op reageren, waardoor ouders bang worden dat hun kind hen niet meer aardig zal vinden. Echter, kinderen zijn juist gebaat bij consequente regels. Ze voelen zich daardoor serieus genomen en ervaren liefde en betrokkenheid. Bovendien leert het kind hierdoor om te gaan met de eisen die de maatschappij aan hem of haar stelt, waardoor zelfstandigheid en -redzaamheid worden gestimuleerd.  

Waarom voeden we op?

Het overkoepelende doel van opvoeden is dat een kind opgroeit tot een autonome volwassene die voor zichzelf kan zorgen en verantwoordelijkheid kan dragen in de maatschappij. Een kind komt hierdoor tot zelfontplooiing en zal zijn of haar eigen mogelijkheden en kwaliteit ontwikkelen. Hiervoor is het van belang dat kinderen in de opvoeding de volgende drie eigenschappen leren:

  • Zelfstandigheid: Jouw kind leert om een eigen leven te leiden en zelf keuzes te maken. Hij of zij ontdekt zijn of haar eigen mogelijkheden.
  • Zelfredzaamheid: Jouw kind leert eigen keuzes maken en deze verantwoorden. Hierbij worden mondigheid en verantwoordelijkheid gestimuleerd.
  • Zelfvertrouwen: Jouw kind leert een eigen bijdrage leveren aan zijn of haar toekomst en is in staat om technische en praktische problemen op te lossen.

De drie Z’s versterken elkaar en zorgen ervoor dat jouw kind richting kan geven aan zijn of haar verdere leven.

Natuurlijk kan je als ouder meer opvoedingsdoelen hebben. Deze worden beïnvloed door jouw eigen opvattingen, normen en waarden; ook worden ze beïnvloed door jouw westerse of niet-westerse cultuur. Denk aan eerlijkheid, hulpvaardigheid, goede manieren, respect voor ouders en trouw aan familie. In verschillende culturen zijn andere opvoedingsdoelen belangrijk.

Gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien

Opvoeden betekent dus dat je ondersteuning biedt, instructie geeft, controle uitoefent en grenzen stelt. Het is het bieden van een gezonde basis waar kinderen emotioneel veilig kunnen opgroeien. Kinderen leren hierdoor zelfstandig en zelfredzaam te zijn en krijgen zelfvertrouwen. Op basis hiervan groeien ze uit tot volwassenen die voor zichzelf kunnen zorgen en verantwoordelijkheid kunnen nemen in de maatschappij.

Tussendoor schreef ik al dat dit opvoeden niet alleen gebeurt in de ouder-kind relatie, maar in iedere ‘opvoedsituatie’ of afhankelijkheidsrelatie, bijvoorbeeld met een ouder, docent, werknemer of pedagogisch medewerker. Met Marcato coaching streef ik een emotioneel veilige opvoedingsrelatie na binnen de kinderopvang. Emotionele veiligheid is de basis van de groei van het kind op alle ontwikkelingsgebieden. Doordat het kind zich emotioneel veilig voelt, durft het de wereld om zich heen te ontdekken en ontwikkelt het zijn of haar vaardigheden. Kinderen voelen zich gerespecteerd, uitgedaagd en gelukkig. Bovenstaande geldt ook voor pedagogisch medewerkers en leidinggevenden.

Wilt u weten wat ik met Marcato coaching zoal doe? Lees hier mijn aanbod en neem gerust contact met me op.

Toch ook positieve gevolgen van het coronavirus voor basisschoolkinderen en ouders

Toch ook positieve gevolgen van het coronavirus voor basisschoolkinderen en ouders

Hoera, maandag 19 april gaan na ca. 4 maanden de BSO’s weer open voor alle kinderen. De medewerkers kijken er naar uit om weer fijn met ‘hun’ kinderen op te trekken. Al meer dan een jaar hebben we met z’n allen te maken met het coronavirus. Veel gevolgen zijn negatief en worden uitgebreid in het nieuws besproken. Echter, tussen die nieuwsberichten zie ik ook nu en dan positieve gevolgen staan. Goed nieuws is helaas geen nieuws voor de media, dus komen deze minder in het licht. Positief nieuws vind ik echter ook belangrijk en is natuurlijk fijn om te lezen. Daarom heb ik een aantal goede nieuwsberichten gebundeld in deze positieve blog. Natuurlijk wil ik hiermee de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor basisschoolleerlingen niet bagatelliseren, want die zijn serieus aanwezig en baren ook mij zorgen. Zie deze blog echter als een hoopje positiviteit. Het maakt mij in ieder geval enthousiast, blij en trots.

Ouders en leerkrachten zijn dichter naar elkaar toe gegroeid

Een lange tijd hebben kinderen thuisonderwijs gevolgd. Ouders hebben hun kinderen daarin begeleid en kregen zo beter mee wat hun kinderen zoal leren. Ze weten daardoor waar ze mee bezig waren en bijvoorbeeld moeite mee hebben. Vindt een kind rekenen lastig, dan komt dat vooral tijdens de rekenles aan het licht. Normaal gesproken wordt deze rekenles op school gegeven en deelden leerkrachten hun bevindingen met ouders. Ouders kregen het zelf minder mee. Doordat de kinderen thuis les kregen en ouders soms zelf de rekenles moesten geven, zagen ouders hun kinderen ermee stoeien. Ouders hebben hierdoor meer (h)erkenning gekregen voor de bevindingen van leerkrachten ten aanzien van hun kind. Dat heeft veel ouders en leerkrachten dichter tot elkaar gebracht.

Ouders zijn dichter naar hun kinderen toe gegroeid

Veel ouders zullen het vast herkennen: na een lange schooldag vraag je aan je kind hoe zijn of haar dag was en je hoort enkel dat dit ‘goed’ was. Met wat doorvragen, krijg je nog iets meer te horen, maar een duidelijk beeld is regelmatig lastig te maken. In tijden van thuisonderwijs kregen ouders meer mee van de belevenissen van hun kind. Ze konden op de achtergrond meekijken met de online lessen en kregen daardoor bijvoorbeeld mee hoe de sfeer tussen de leerlingen was en hoe de leerkracht lesgeeft. Ook kregen ouders inzicht in de werkhouding van hun kind. Heeft het kind een korte of een lange spanningsboog, wordt het blij of juist gestrest van spelling en hoe gaat het kind ermee om als hij of zij iets niet begrijpt? Het was voor ouders zeer waardevol om dit mee te krijgen. Ook gingen ouders en kinderen de dag vaker vooraf bespreken en afstemmen en gaven ouders thuisonderwijs. Ze leerden daardoor meer rekening met elkaar te houden. Hierdoor zijn veel ouders en kinderen dichter naar elkaar toe gegroeid.

Het bracht ontspanning en vrijheid

Veel kinderen vonden de tijd dat de scholen dicht waren ook wel ontspannen. Ze hoefden niet voor dag en dauw op te staan om met een gevulde tas op de fiets naar school te gaan. Ze moesten er slechts voor zorgen dat ze om 8:30 voor het beeldscherm zaten. Dat bracht rust in de ‘ochtendspits’. Ook waren de lestijden niet zo strak, wat meer vrijheid gaf.

Door die vrijheid konden kinderen meer met andere kinderen uit de buurt te spelen. Normaal gesproken zijn er allerlei sport-, muziek- en andere activiteiten waar kinderen naartoe gaan. Nu waren kinderen natuurlijk thuis, waardoor er meer gelegenheid was om met elkaar te spelen.

Kinderen konden zich beter concentreren op hun schoolwerk

In een klas zitten tegenwoordig vaak zo’n 30 kinderen. Veel kinderen hebben daardoor op school last van veel prikkels en afleiding. Dat kan erg vermoeiend zijn en zorgen voor een verminderde concentratie. Een deel van de kinderen had bij het thuisonderwijs de mogelijkheid om rustig te werken, zonder afgeleid te worden door bijvoorbeeld broers, zussen of een bellende ouder. Zij gaven regelmatig aan dat ze zich thuis beter konden concentreren dan in de klas. Thuisonderwijs heeft op die manier ook bijgedragen aan een betere concentratie voor een deel van de kinderen, met betere resultaten als gevolg.

De meerwaarde van de BSO werd merkbaar

De meeste kinderen konden een lange tijd niet naar de BSO. Gelukkig gaan de BSO’s vanaf maandag 19 april weer open voor alle kinderen. Voor vele van hen én hun ouders was het een groot gemis. Ouders moesten hun kinderen thuisonderwijs geven of hen daarin begeleiden, terwijl ze zelf ook aan het werk moesten. Dat was lastig te combineren.

Daarnaast is de BSO om meerdere redenen belangrijk voor de kinderen en hun ontwikkeling. Die meerwaarde is de afgelopen tijd meer en meer merkbaar geworden.

Aanleren van 21e-eeuwse vaardigheden bij de BSO
Allereerst is de BSO een plek waar kinderen veel leren. Ze leren er bijvoorbeeld de 21e-eeuwse vaardigheden: communiceren, samenwerken, sociale, culturele en informatievaardigheden, kritisch en creatief denken, ICT-basis vaardigheden en media wijsheid. Het zijn allemaal thema’s die aan bod komen op een BSO. Ze worden onder andere verweven in activiteiten en komen naar voren in verschillende situaties. Kinderen leren ruzies met elkaar op te lossen en ontwikkelen zelfsturing, zelfstandigheid en zelfkennis.

Kinderparticipatie
Ook is de BSO een vrijetijdssituatie waarin kinderen inspraak hebben in de activiteiten die aangeboden worden en die zij kiezen. Er is sprake van kinderparticipatie. Deze activiteiten sluiten aan op hun ontwikkeling, behoefte en interesse. Het is een ontspannen, maar ook leerzame situatie voor kinderen.

Ontwikkeling van sociale vaardigheden
Pedagogisch medewerkers ondersteunen en faciliteren de activiteiten die kinderen doen en de ontwikkelingen die ze doormaken. Zij creëren een fysiek en emotioneel veilige omgeving waar kinderen kunnen groeien in hun persoonlijke en sociale vaardigheden. Bovendien vindt er socialisatie plaats van de Nederlandse normen en waarden.

Andere dingen doen dan thuis of op school
Tot slot doen kinderen op de BSO activiteiten die ze thuis of op school niet doen. Er wordt bijvoorbeeld een graffiti- of djembé-workshop gegeven. Er wordt een spellen-toernooi of stormbaan gedaan en veel BSO’s organiseren ’s zomers een zomerkamp, zomerfestival of brengen in vakanties een bezoek aan een theater, museum of speelparadijs.

Naast de vele negatieve gevolgen heeft het coronavirus dus ook gezorgd voor een aantal positieve gevolgen voor kinderen, ouders en leerkrachten. De negatieve gevolgen wegen natuurlijk zwaar, waardoor het fijn is om ook een podium te geven aan de positieve gevolgen. Dat is wat ik met deze blog heb willen doen.

De meerwaarde van de BSO is tevens duidelijk voelbaar. De BSO is een vertrouwde, vervangende thuissituatie waar kinderen emotioneel veilig worden opgevangen. Waar kinderen plezier mogen hebben, spelen en zich ontwikkelen tot zelfstandige en zelfbewuste jonge mensen. Ik draag de BSO’s een warm hart toe, want ik geloof er in dat gelukkige kinderen kinderen zijn die emotioneel veilig opgroeien.

Ik ben trots om te kunnen vertellen dat ik sinds kort mijn eerste opdracht als interim-manager heb bij Junis kinderopvang in Alphen aan den Rijn. Een prachtige, sociale en mensgerichte organisatie waar een ieder zich bezig houdt met de kern: kwalitatief goede pedagogisch opvang voor het kind. Junis heeft natuurlijk leiderschap hoog in het vaandel, zowel voor leidinggevenden en pedagogisch medewerkers als voor de kinderen zelf. Dat wat het kind al kan, mag het vooral zelf doen. Ik mag leiding geven aan twee kinderdagverblijven, twee peutergroepen en een BSO. Ook de BSO-medewerkers van Junis zijn blij er vanaf a.s. maandag weer voor ieder kind te mogen zijn.

Een onderneming in de kinderopvang starten

Een onderneming in de kinderopvang starten

Een eigen onderneming starten is niet zo ingewikkeld. Een eigen onderneming in de kinderopvang starten ook niet. Wel zul je aan bepaalde kwalitatief hoge voorwaarden moeten voldoen, want de GGD-inspectie is ‘Streng aan de poort’. In deze blog vertel ik waarom ik dat goed vind, over vergunningaanvragen, over de eerste benodigde pedagogische beleidsstukken en meer.

Het goede van ‘Streng aan de poort’

De GGD’s in Nederland hebben van de gemeentes de opdracht gekregen om ‘Streng aan de poort’ te zijn. Dit klinkt misschien demotiverend, maar dat zie ik anders. Hiermee wordt er in Nederland namelijk een goede basiskwaliteit gegarandeerd. Die kwaliteit van de kinderopvang is dan ook hoog, veel hoger dan die geweest is. En dat willen we toch allemaal? Pedagogisch goede kinderopvang voor onze allerkleinsten, zodat ze zowel fysiek als emotioneel veilig mogen opgroeien tot gelukkige zelfstandige mensen?

Capaciteiten van een ondernemer

In mijn derde blog schreef ik over de belangrijkste ingrediënten van een startende ondernemer in de kinderopvang. Mijns inziens zijn dat: ambitie met de daarbij behorende visie en missie, enthousiasme en doorzettingsvermogen. Je zult voorafgaand aan de start van jouw kinderopvang de benodigde vergunningen moeten aanvragen. Dat kost geld en er gaan termijnen overheen voordat deze verleend worden. Door dit traject dien je je niet uit het veld te laten slaan. Je zult er dan ook de nodige dosis doorzettingsvermogen en geduld voor nodig hebben.

Enkele weetjes vooraf:

  • De termijn van de aanvraag van jouw eerste vergunning tot het werkelijk openen van de deuren voor de kinderen is ca. ¾ tot één jaar. Dat klinkt lang. Het voordeel is dat het veel tijd biedt om de benodigde beleidsstukken te (laten) schrijven en overige acties te voltooien, zoals de website laten maken, een marketingplan bedenken, enzovoorts.
  • Al met al zijn de kosten van de leges voor de vergunningen ca. €3300,- (gegevens Gemeente Amsterdam, 2020).
  • Heb je een lening van de bank nodig? Dan zul je een Ondernemingsplan moeten schrijven. Dat is direct een mooie uitdaging om de opzet van jouw nieuwe organisatie kwalitatief goed neer te zetten.

De juiste papieren

Als je zelf leiding wilt geven binnen jouw kinderopvangorganisatie dan zul je aan bepaalde diploma-eisen moeten voldoen. Met een HBO- of WO-opleiding in een willekeurige richting voldoe je, conform de norm van de CAO kinderopvang, aan de functie-eisen: HBO werk- en denkniveau. Heb je een lagere opleiding genoten? Informeer dan bij de GGD of jouw diploma’s, ervaring en eventueel aanvullende opleidingen of cursussen volstaan om leiding te mogen geven in de kinderopvang.

Stappenplan ‘Starten van onderneming in de Kinderopvang’

Hieronder heb ik overzichtelijk de vijf stappen beschreven die jij dient te nemen bij het starten van jouw kinderopvangorganisatie.

Stap 1: Inschrijven Kamer van Koophandel

Iedere ondernemer dient zijn/haar onderneming in te schrijven bij de Kamer van Koophandel (KVK). Wat moet je nou weten en/of gedaan hebben voordat je je kunt inschrijven?

  • De rechtsvorm: Weet welke rechtsvorm jouw kinderopvang gaat hebben. Begin je in jouw eentje dan is een Eenmanszaak een logische rechtsvorm. Beginnen jullie samen, dan zijn er meerdere rechtsvormen mogelijk: een vof (vennootschap onder firma), een Stichting, een BV en meer. Wat zijn nu de voor- of nadelen van de verschillende vormen? De KVK kan je hier gratis en goed in adviseren.
  • De bedrijfsnaam: Je moet weten welke bedrijfsnaam je gaat voeren voor jouw kinderopvangorganisatie. Deze naam wordt na inschrijving in het systeem overal doorgevoerd en kun je later niet meer wijzigen. Voor het kiezen van jouw bedrijfsnaam heeft de KVK een handige pagina. Hier kun je ook checken of de naam die je bedacht had al bestaat.
  • Overige gegevens: Verder dien je nog allerlei andere gegevens te verstrekken. Heb je de huurafspraken nog niet rond, dan kan je ook eerst jouw privéadres als contactadres doorgeven. Anders dan de rechtsvorm en bedrijfsnaam kunnen overige gegevens later gewijzigd worden.

De inschrijving van de rechtsvormen gaat op verschillende manieren. Voor het starten van een Eenmanszaak moet je eerst online een uitgebreid formulier invullen, voordat je een afspraak kunt maken voor de inschrijving. De KVK helpt je hier graag bij. Aan de inschrijving zijn eenmalige kosten verbonden. Bij een Eenmanszaak is dat eenmalig €50,-.

Zodra je bent ingeschreven, stuurt de KVK jouw gegevens door naar de Belastingdienst. Je krijgt automatisch een welkomstbericht en jouw BTW-nummer.

Stap 2: Omgevingsvergunning voor het ‘Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening’ aanvragen

Je hebt een pand op het oog waar je de kinderopvang wilt starten. Meestal beginnen ondernemers hun kinderopvangorganisatie in een pand waar voorheen een andersoortig bedrijf in zat. In dat geval moet het bestemmingsplan worden gewijzigd en daar moet je een omgevingsvergunning voor aanvragen.

Voor de aanvraag heb je het volgende nodig: plattegrond met m²’s en daarin de brandveiligheidsvoorzieningen opgenomen, zoals de noodverlichting en vluchtroutes. Het is handig om op de plattegrond de functie van de locatie aan te geven, zoals “Gebruik als BSO voor 22 kinderen”.

Het aanvragen van de Omgevingsvergunning doe je online op www.omgevingsloket.nl Houdt rekening met een termijn van ca. 8 weken voordat je de omgevingsvergunning, indien akkoord, binnen hebt.

Stap 3: Vergunning Brandveilig gebruik aanvragen

Zodra de Omgevingsvergunning binnen is, kun je de vergunning Brandveilig gebruik aanvragen. Als je meer dan tien kinderen onder de 12 jaar gaat opvangen, dan ben je verplicht om deze vergunning aan te vragen. Ook deze aanvraag doe je online op www.omgevingsloket.nl.

Je dient dezelfde gegevens mee te sturen als bij de aanvraag van de omgevingsvergunning. Het onderzoek naar het verstrekken van deze vergunning is een intensief onderzoek. De termijn duurt ca. 15 weken. Hoe ingewikkelder de situatie, hoe langer de termijn. Deze kan soms wel 26 weken duren. Let er daarom op dat je de aanvraag volledig instuurt, anders wordt de termijn mogelijk nog met 6 weken verlengd.

Tip: Heb je bij het invullen van de aanvraag het perceelnummer nodig van het Kadaster? Deze kan je online aanvragen bij www.kadaster.nl.

Stap 4: Acties t.b.v. Exploitatieaanvraag

Gedurende de termijnen van de bovenstaande vergunningen heb je volop de tijd om allerlei beleid te (laten) schrijven en meubilair aan te schaffen. Minimaal moet je een Veiligheids- en gezondheidsbeleid en een Pedagogisch beleidsplan met een pedagogisch werkplan hebben.

  • Pedagogisch beleid Dit beleid is een visie en missie beleidsstuk voor (alle vestigingen van) jouw toekomstige kinderopvangorganisatie. Zie voor inspiratie mijn blog.
  • Pedagogisch werkplan Dit werkplan laat zien hoe de uitvoering van het pedagogisch beleid in de praktijk gebeurt. Het werkplan is vestigingspecifiek. Het moet jaarlijks geëvalueerd en indien gewenst aangepast worden. Klopt de theorie nog met de praktijk?
  • Veiligheids- en gezondheidsbeleid Dit beleidsstuk is een zeer veelomvattend beleidsstuk. Het betreft allerlei richtlijnen die de landelijke overheid aan de kinderopvang heeft gesteld, zoals regels over voedselveiligheid en regelgeving vanuit de hygiënerichtlijnen vanuit de HACCP.
  • Meldcode Als kinderopvangorganisatie heb je een signaalfunctie t.a.v. vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Hoe je dit doet, beschrijf je in de Meldcode. 

Verdiep je in de overige acties die je wilt en moet doen, zoals een website laten maken en verzekeringen afsluiten. Ter inspiratie en voor de nodige kennis wil ik je al attent maken op twee superhandige websites met nuttige informatie: Stappenplan kinderopvang starten van de Kamer van Koophandel en Checklist aan de slag van de Kamer van Koophandel.

Stap 5: Exploitatieaanvraag t.b.v. registratie Landelijk Register Kinderopvang (LRK)

Zodra de Omgevingsvergunning en de Vergunning brandveilig gebruik binnen zijn, kan de Exploitatieaanvraag gedaan worden t.b.v. de registratie in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Daarvoor moet je ook een VOG hebben ontvangen.

Met de exploitatieaanvraag moet je het nodige meesturen:

  • Jouw persoonsgegevens
  • Kopie bewijs inschrijving handelsregister KVK, niet ouder dan 2 maanden
  • Veiligheids- en gezondheidsbeleid en Pedagogisch beleidsplan, eventueel met pedagogisch werkplan of informatieboekje
  • Plattegrond met m²’s
  • Kopie overeenkomst geschillencommissie
  • Jouw inschrijving Personenregister Kinderopvang
  • De Omgevingsvergunning en Vergunning brandveilig gebruik

Informeer bij jouw gemeente of GGD waar je de Exploitatieaanvraag moet doen. Meestal is dat bij de afdeling Vergunningen van jouw gemeente. Zij sturen de aanvraag door naar de GGD die de controle doet. De GGD-inspecteur maakt een afspraak om de locatie te komen bekijken. Bij deze inspectie moet aan alle eisen zijn voldaan. Jouw pand moet tiptop in orde zijn om jouw kinderopvang te starten. Het moet dus ook al volledig ingericht en klaar voor de start zijn. Natuurlijk moeten dan ook jouw papieren, zoals de benodigde opleiding, in orde zijn.

Binnen 4 weken krijg je een conceptrapport. Eventuele vereiste verbeteringen dien je daarna binnen 2 weken te realiseren. De GGD stuurt het definitieve inspectierapport uiterlijk 6 weken na de aanvraagdatum naar afdeling Vergunningen van jouw gemeente. Deze afdeling beslist uiteindelijk of je toestemming krijgt. Voor de hele exploitatieaanvraag staat een harde termijn van 10 weken.

Heb je toestemming gekregen, dan ontvang je een registratienummer van het LRK. Dit LRK-nummer hebben ouders nodig om kinderopvangtoeslag aan te vragen bij de Belastingdienst.

Marcato coaching

Met Marcato coaching streef ik emotionele veiligheid van kinderen na, want gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien. Ik ben dan ook blij dat gemeentes en de GGD’s het beleid ‘Streng aan de poort’ hanteren. Zo garanderen we met ons allen de fysieke en emotionele veiligheid, zodat kinderen binnen de kinderopvang opgroeien tot gelukkige mensen.

Ben jij ook van plan om een kinderopvang te starten en zoek je iemand die jou kan adviseren in het traject van vergunningen, beleid en Wet & regelgeving? Neem gerust contact met me op.

Tot slot wens ik je heel veel plezier, geduld en vertrouwen. Met de juiste houding en een goed draaiboek gaat het je zeker lukken.

  • 1
  • 2