Slapen op de kinderopvang

Kinderen slapen tot ze 3 jaar zijn één of meerdere keren overdag. Uit veel onderzoek is gebleken dat het, vooral in de eerste maanden na de geboorte, belangrijk is om veel huid-op-huid contact met een baby te hebben. De baby raakt zo veilig gehecht aan de ouders. Daarom dragen veel ouders hun baby tijdens een middagslaapje veel in een draagzak of sussen ze hun baby op de arm in slaap. Vanaf een paar maanden slapen kinderen het best als ze zelfstandig in hun eigen bedje in slaap vallen. Ze slapen het meest rustig, diep en worden uitgerust wakker. Gaan kinderen naar de kinderopvang, dan slapen ze daar in een eigen bedje. Maak jij je zorgen over of je zoon of dochter wel goed zal slapen op de kinderopvang? In deze blog geef ik je hierover meer informatie en een paar tips om je kind zelfstandig te leren slapen.

Niet zelfstandig in slaap vallen

Laat je jouw baby vaak in een draagzak in slaap vallen of valt jouw peuter op de arm het beste in slaap? Dan raakt hij of zij daar op den duur aan gewend. Het zal daardoor niet of moeilijker zelfstandig in bed in slaap vallen. Gaat jouw zoon of dochter op den duur naar de kinderopvang, dan kan dat voor problemen zorgen. Hij of zij kan niet zelfstandig in slaap vallen of wordt al snel weer wakker en zal merken dat er niemand bij hem of haar is, waardoor hij of zij in paniek raakt en gaat huilen. Vaak lukt het dan helemaal niet meer om in slaap te komen.

Op het kinderdagverblijf zijn natuurlijk meerdere baby’s op een groep. Het is voor groepsleidsters onmogelijk om kinderen in een draagzak of op hun arm in slaap te sussen. Kinderen zullen dit zelfstandig, in een eigen bedje moeten doen. Daarom is het belangrijk om jouw zoon of dochter dit toch te leren. Het betekent niet dat jouw baby nooit meer in een draagdoek in slaap mag vallen, maar hij of zij moet zich veilig genoeg voelen om het in ieder geval in een eigen bedje te kunnen.

Partner in de opvoeding

Als ouder ben je natuurlijk dé ouder en dé opvoeder. Gaat je kind naar het kinderdagverblijf, dan brengt het daar ook veel tijd door. Hij of zij eet, slaapt en speelt er en leert er allerlei vaardigheden. Je kunt groepsleidsters daarom zien als een partner in de opvoeding.

Bij thema’s als slaap komt deze partnerschap duidelijk naar voren. Gaat het bedtijdritueel thuis op een hele andere manier dan op de kinderopvang, dan kan het zijn dat een baby moeite heeft om in slaap te komen. Door dit op elkaar af te stemmen en hier afspraken over te maken, gaat dit meestal beter.

Tips voor ouders en pedagogisch medewerkers

Gaat jouw kind binnenkort naar de kinderopvang en kan het nog niet zelfstandig in slaap vallen? Of merk je dat je kind binnen een half uur alweer wakker wordt en niet verder wil slapen? Hier zijn een aantal tips:

1.     Creëer een bedtijdroutine

De mens is een gewoontedier. Dat is al vanaf de geboorte al zo. Routines geven rust en maken dingen voorspelbaar. Zo draagt een bedtijdroutine bij aan een goede slaap. Ga eens bij jezelf na: wat doe jij voordat je gaat slapen? Ga je na het tandenpoetsen direct slapen of lees je eerst nog een paar bladzijdes uit een boek? Waarschijnlijk heb je hier een routine voor en voor kinderen werkt zo’n vaste bedtijdroutine ook erg goed. Het geeft jouw kind namelijk signalen dat het moment van slapen er bijna aan komt, waardoor hij of zij al in de slaapmodus komt. Het wordt rustiger en slaperig. Bovendien maakt een bedtijdroutine de situatie van naar bed gaan duidelijk en voorspelbaar, wat ook rust geeft. Tot slot bestaat een bedtijdroutine vaak uit rustige handelingen, wat een kalmerend effect heeft.

Een onderdeel van een bedtijdroutine is de volgorde van bepaalde handelingen die je doet voordat je kind kan slapen: eerst de luier verschonen, daarna het slaapzakje aandoen, vervolgens voorlezen, nog even knuffelen en tot slot een slaapliedje op de babyfoon aan zetten.

Bovenstaande onderdelen kunnen ook losse elementen van een bedtijdroutine zijn. Een slaapzakje kan een kind doen herinneren aan dat het moet gaan slapen, net als het zingen van een bepaald slaapliedje of een knuffeltje die je zoon of dochter alleen bij het slapen bij zich heeft.

Een bedtijdroutine kan ervoor zorgen dat je kind thuis goed en zelfstandig in slaap kan vallen. Om dat op het kinderdagverblijf door te zetten, kan je met de pedagogisch medewerkers bespreken om (onderdelen van) de bedtijdroutine ook op het kinderdagverblijf te hanteren. Omdat ze vaak meerdere kinderen rond dezelfde tijd in bed moeten leggen, is het lastig om de hele routine uit te voeren. Gelukkig kan een bepaalde slaapknuffel, hetzelfde slaapzakje of een slaapliedje op de babyfoon al voldoende zijn. Daarnaast wordt op een kinderdagverblijf gedurende de dag meestal een vaste structuur aangehouden. Dat maakt het voor kinderen al erg voorspelbaar wanneer ze gaan slapen.

2.     Blijf erbij tot je kind slaapt

Blijf bij je kind tot het slaapt of kom om de vijf of tien minuten even terug om te laten zien dat je er voor hem of haar bent. Zo leert je kind zelfstandig te slapen, terwijl het wel het gevoel heeft dat het op jouw hulp en nabijheid kan rekenen. Ook dit kan je met een pedagogisch medewerker bespreken.

3.     Vermijd prikkels voor het slapen gaan

Om goed te kunnen slapen, is het belangrijk dat je zo min mogelijk prikkels binnenkrijgt. Dat geldt voor volwassenen, maar voor jonge kinderen net zo goed. Probeer daarom, voordat je jouw zoon of dochter in bed legt, prikkels te verminderen. Praat zachter en langzamer, zet muziek, tv en andere apparaten uit. Geef ook geen speeltjes die geluid of bewegingen maken. Zorg er daarnaast voor dat je rustig en op een laag tempo naar het slaapmoment toe werkt. Moet je opschieten of is het al erg laat? Neem dan alsnog de tijd. Je kind gehaast in bed leggen, zorgt er namelijk voor dat hij of zij minder snel slaapt. Het zal daardoor alleen nog maar langer duren.

4.     Na 10 minuten op schoot in slaap te zijn gevallen, kindje overleggen in een bedje

Als het dan toch niet goed lukt, maak er geen strijd van. Neem je zoon of dochter fijn op schoot en wieg hem of haar in slaap. Na ca. 10 minuutjes is hij of zij waarschijnlijk diep in slaap. Dit kun je testen door het armpje een beetje op te tillen. Als dat als een lappenpop naar beneden valt, dan slaapt je kind diep. Dat is het moment waarop je hem of haar kan overleggen in een bedje. De volgende keer probeer je eerst weer het bedtijdritueel, voordat je jouw zoon of dochter op schoot in slaap sust. Op den duur zal het zelf in slaap vallen in bed gaan lukken.

5.     Communiceer goed met elkaar

Communicatie tussen ouders en pedagogisch medewerkers is ontzettend belangrijk. Bespreek wat goed werkt en wat niet. Laat het als ouder weten wanneer je zoon of dochter een slechte nacht heeft gehad en vertel als pedagogisch medewerker ook aan ouders hoe het slapen overdag is vergaan. Maak afspraken over hoe laat en vaak je zoon of dochter overdag moet slapen en over een eventuele bedtijdroutine. Heeft je kind het bijvoorbeeld nodig dat jij of een pedagogisch medewerker nog 10 minuten bij hem of haar is, zodat het rustig in slaap kan vallen. Bespreek dit dan met elkaar.

6.     Accepteer dat het soms anders gaat

Tot slot een hele andere tip dan de voorgaande: accepteer dat het slapen de ene keer beter gaat dan de andere keer. Heeft je kind ’s middags niet goed of maar kort geslapen? Dat hoeft geen probleem te zijn. Houd hier overdag rekening mee en leg hem of haar ’s avonds iets eerder in bed. Het kan ook zijn dat je zoon of dochter na een kort middagslaapje wel gewoon blij is en lekker speelt. Dan is het helemaal geen probleem. Uiteindelijk gaat het erom hoe het met jouw zoon of dochter gaat. Gaat het goed? Dan is het ook goed.

Gelukkig kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien

Slaapproblemen zijn een van de meest voorkomende problemen bij jonge kinderen. De bovenstaande tips kunnen jou hierbij helpen. Daarnaast hebben pedagogisch medewerkers op de kinderopvang hier veel ervaring mee. Slaapt jouw kind thuis of op de kinderopvang niet goed? Bespreek dit dan met de pedagogisch medewerkers en maak samen een plan om dit te verbeteren.

Gelukkige kinderen zijn kinderen die zich emotioneel veilig voelen. Een bedtijdritueel maakt de situatie voorspelbaar en geeft die emotionele veiligheid. Daardoor zal je zoon of dochter uiteindelijk zelfstandig in een eigen bedje in slaap vallen. Daarnaast draagt lekker uitgeslapen zijn bij aan een tevreden gevoel.

Wil je meer weten over opvoedvaardigheden, zoals het bewust inspelen op de signalen van je kind? Lees dan de blog die ik schreef over sensitieve responsiviteit.