Opvoeden: Waarom doen we het eigenlijk?

Er wordt veel over gesproken en dagelijks doen miljarden mensen het, bewust en onbewust: opvoeden. Vanaf het moment dat een kind geboren wordt, gaat het van start. Er zijn ouders bij wie het vanzelf lijkt te gaan en anderen hebben er soms hulp bij nodig van eigen ouders, vrienden of soms professionele opvoedondersteuning. Opvoeden is belangrijk en veel omvattend. Het vormt de fundamentele basis voor de ontwikkeling van ieder kind. Naar mijn idee staan wij als ouders daar onvoldoende bij stil. Daarom wil ik met deze blog inzicht geven in wat er zo belangrijk is aan opvoeden en wat het doel hier eigenlijk van is. Wat willen we bereiken met de opvoeding van onze kinderen?

Wat is opvoeden precies?

In de pedagogiek wordt opvoeden gezien als ‘alle omgang tussen ouder en kind, waarbij gericht een relatie wordt aangegaan en de ouder het kind liefde, geborgenheid, veiligheid, intimiteit, aandacht, grenzen, instructie, ondersteuning en controle biedt’. Er is sprake van een opvoeding als er een liefdevolle relatie is met wederzijds respect tussen de ouder en het kind en het kind zich voldoende veilig voelt bij de ouder. Het kind heeft vertrouwen, kan rekenen op, voelt zich geaccepteerd door en krijgt ondersteuning van de ouder. Tot slot daagt de ouder het kind uit om eigen beslissingen te nemen en te experimenteren met nieuwe dingen. Is dat allemaal aanwezig, dan spreken we van opvoeden.

Opvoeden bestaat continu uit interactie tussen de ouder en het kind. Als ouder geef je bijvoorbeeld een liefdevolle knuffel, waarop jouw kind met liefde en aangepast gedrag of met boosheid en tegenstribbelen reageert. Vervolgens geef je daar als ouder weer een reactie op. Zo ontstaat interactie. De gevoelens die het kind ervaart bij de actie van de ouder, bepaalt welke reactie hij of zij geeft. Het gedrag van een kind is dus gekoppeld aan het opvoedgedrag van de ouder. Ook laat dit zien dat opvoeden een circulair proces is dat continu door blijft gaan. We kunnen niet stoppen met opvoeden.

Wat zijn de belangrijkste aspecten van opvoeden?

De basis van opvoeden bestaat uit vier dimensies: ondersteuning bieden, instructies geven, controle uitoefenen en grenzen stellen.

Zelfs elke opvoed- en soortgelijke situatie heeft te maken met deze vier dimensies. Of het nou gaat om een ouder, docent, werknemer of pedagogisch medewerker. De invulling van deze dimensies wordt bepaald door de waarden, normen en opvattingen van de ‘opvoeder’ en de organisatie.

1. Ondersteuning bieden

Ondersteuning bied je als ouder door liefde en zorg voor jouw kind uit te drukken en door het fysieke en emotionele welzijn van jouw kind te ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan helpen, accepteren, bemoedigen en interesse tonen voor het gedrag en signalen van jouw kind.

De ondersteuning kan materieel geboden worden, bijvoorbeeld met een grotere fiets of een laptop voor school, maar ook door samen iets te doen en door aanwijzingen en adviezen te geven. Als ouder kan je ook emotionele ondersteuning bieden, bijvoorbeeld door warmte en affectie te tonen. Hierdoor laat je merken dat je emotioneel beschikbaar bent, wat een positieve ontwikkeling stimuleert.

Sensitieve responsiviteit is een belangrijk onderdeel van de emotionele ondersteuning. Het betekent dat je gevoelig bent voor de signalen van jouw kind en hier adequaat op reageert.

Een ander onderdeel van ondersteuning bieden is ‘belonen’ en ‘straffen’. Straffen klinkt streng, maar er wordt mee bedoeld dat de opvoeder een gepaste reactie geeft of maatregel treft, waardoor ongewenste gedrag wordt afgekeurd en gewenst gedrag wordt gestimuleerd. Gedrag negeren is ook een vorm van afkeuren. Kinderen moeten nog leren wat gewenst en ongewenst gedrag is en dat doen ouders door middel van beloning en ongewenst gedrag afkeuren. Beloning kan van alles zijn, zoals samen met de ouder iets gezelligs doen. Een beloning zorgt ervoor dat een kind zich prettig voelt. Hierdoor zal hij of zij het beloonde gedrag vaker laten zien. Andersom wordt met ‘straffen’ ongewenst gedrag afgeleerd. Een ‘straf’ ondersteunt altijd het gewenste gedrag en wordt nooit uit frustratie van de ouder opgelegd. Anders werkt het namelijk niet. Door gedrag consequent af- of goed te keuren leert een kind wat gewenst en ongewenst is.

2. Instructie geven

Met het geven van instructies laat je als ouder aan jouw kind weten wat de bedoeling ergens van is en geef je aan welk gedrag verwacht wordt. Uiteindelijk zorgt dit ervoor dat jouw kind kennis en vaardigheden ontwikkelt. Het leert eigen problemen op te lossen, zich te redden in moeilijke situaties en verantwoordelijkheid te nemen. Eigenheid wordt ontwikkeld en jouw kind zal steeds beter eigen beslissingen kunnen nemen. Het stimuleert de ontwikkeling van zelfstandigheid.

3. Controle uitoefenen

Er zijn twee vormen van controle uitoefenen. Allereerst is er autoritaire controle. Hierbij oefent de ouder druk uit op het kind zodat het gewenst gedrag laat zien. De ouder gebruikt zijn of haar macht en strikte regels om het gedrag af te dwingen en eist onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. De behoeften van het kind wordt ongeschikt aan die van de ouder en de bewegingsvrijheid en autonomie van het kind worden ondermijnd. Dit opvoedgedrag wordt vaak gehanteerd door ouders die rust, regelmaat en gehoorzaamheid belangrijk vinden en komt vaak voort uit angst en het gevoel van onmacht. Het heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van kinderen en zorgt er vaak voor dat er veel conflicten zijn wanneer een kind ouder wordt. Ook zijn kinderen vaak niet in staat om hun eigen wensen en verlangens vorm te geven en komen ze veel in conflictsituaties terecht.

De tweede vorm van controle is de autoritatieve controle. Hierbij geef je als ouder meer uitleg aan je kind. Je geeft een instructie, informatie, een suggestie en aanwijzingen voor gewenst gedrag. Je moedigt je kind aan om het eigen handelen te onderzoeken en verantwoordelijkheid te nemen. Hierdoor wordt zelfstandigheid meer aangesproken. Regels zijn duidelijk. Overtredingen worden ‘gestraft’ en daar geef je een verklaring voor. Positief gedrag wordt gestimuleerd doordat je bijvoorbeeld laat weten dat je bepaald gedrag waardeert. Daardoor zal jouw kind dit gedrag vaker gaan uiten. Autoritatieve controle heeft een zeer positief effect op de ontwikkeling van een kind.

4. Grenzen stellen

Zoals reeds benoemd is, leren kinderen in hun opvoeding welk gedrag gewenst of ongewenst is. Als ouder moet je daarvoor grenzen stellen en consequent zijn. Door vanaf de geboorte consequent negatief gedrag te negeren en positief gedrag te benadrukken, zal een kind zich positief gaan gedragen.

Veel ouders vinden het stellen van grenzen lastig. Kinderen kunnen er namelijk boos op reageren, waardoor ouders bang worden dat hun kind hen niet meer aardig zal vinden. Echter, kinderen zijn juist gebaat bij consequente regels. Ze voelen zich daardoor serieus genomen en ervaren liefde en betrokkenheid. Bovendien leert het kind hierdoor om te gaan met de eisen die de maatschappij aan hem of haar stelt, waardoor zelfstandigheid en -redzaamheid worden gestimuleerd.  

Waarom voeden we op?

Het overkoepelende doel van opvoeden is dat een kind opgroeit tot een autonome volwassene die voor zichzelf kan zorgen en verantwoordelijkheid kan dragen in de maatschappij. Een kind komt hierdoor tot zelfontplooiing en zal zijn of haar eigen mogelijkheden en kwaliteit ontwikkelen. Hiervoor is het van belang dat kinderen in de opvoeding de volgende drie eigenschappen leren:

  • Zelfstandigheid: Jouw kind leert om een eigen leven te leiden en zelf keuzes te maken. Hij of zij ontdekt zijn of haar eigen mogelijkheden.
  • Zelfredzaamheid: Jouw kind leert eigen keuzes maken en deze verantwoorden. Hierbij worden mondigheid en verantwoordelijkheid gestimuleerd.
  • Zelfvertrouwen: Jouw kind leert een eigen bijdrage leveren aan zijn of haar toekomst en is in staat om technische en praktische problemen op te lossen.

De drie Z’s versterken elkaar en zorgen ervoor dat jouw kind richting kan geven aan zijn of haar verdere leven.

Natuurlijk kan je als ouder meer opvoedingsdoelen hebben. Deze worden beïnvloed door jouw eigen opvattingen, normen en waarden; ook worden ze beïnvloed door jouw westerse of niet-westerse cultuur. Denk aan eerlijkheid, hulpvaardigheid, goede manieren, respect voor ouders en trouw aan familie. In verschillende culturen zijn andere opvoedingsdoelen belangrijk.

Gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien

Opvoeden betekent dus dat je ondersteuning biedt, instructie geeft, controle uitoefent en grenzen stelt. Het is het bieden van een gezonde basis waar kinderen emotioneel veilig kunnen opgroeien. Kinderen leren hierdoor zelfstandig en zelfredzaam te zijn en krijgen zelfvertrouwen. Op basis hiervan groeien ze uit tot volwassenen die voor zichzelf kunnen zorgen en verantwoordelijkheid kunnen nemen in de maatschappij.

Tussendoor schreef ik al dat dit opvoeden niet alleen gebeurt in de ouder-kind relatie, maar in iedere ‘opvoedsituatie’ of afhankelijkheidsrelatie, bijvoorbeeld met een ouder, docent, werknemer of pedagogisch medewerker. Met Marcato coaching streef ik een emotioneel veilige opvoedingsrelatie na binnen de kinderopvang. Emotionele veiligheid is de basis van de groei van het kind op alle ontwikkelingsgebieden. Doordat het kind zich emotioneel veilig voelt, durft het de wereld om zich heen te ontdekken en ontwikkelt het zijn of haar vaardigheden. Kinderen voelen zich gerespecteerd, uitgedaagd en gelukkig. Bovenstaande geldt ook voor pedagogisch medewerkers en leidinggevenden.

Wilt u weten wat ik met Marcato coaching zoal doe? Lees hier mijn aanbod en neem gerust contact met me op.