Pedagogische stromingen

Pedagogische stromingen

Bij het runnen van een organisatie in de kinderopvang komt veel kijken. Sinds de invoering van de Wet Kinderopvang dient een kinderopvangorganisatie allerlei plannen en beleidstukken te hebben, waar het pedagogisch beleid er één van is. Het is veel werk, maar ook onwijs belangrijk voor jouw organisatie. Het laat namelijk zien wie je wilt zijn, waar je uniek in bent en wat jouw toegevoegde waarde is. Hiervoor kan jij je laten inspireren door de pedagogische stromingen. In deze blog vertel ik je meer over deze stromingen. Welke zijn er zoal en wat maakt deze uniek?

Pedagogisch beleid

Naast een verplichting vanuit de wet en een richting voor de organisatie en medewerkers, is een pedagogisch beleid ook iets op basis waarvan veel ouders kiezen voor of kunnen afhaken op een organisatie.

Vanuit de wet dien je de bekende vier pedagogische basisdoelen van hoogleraar Marianne Riksen-Walraven te beschrijven. Hoe werken jouw medewerkers naar die doelen? Ook moet je de interactievaardigheden van pedagogisch medewerkers omschrijven. Deze doelen en vaardigheden komen dus in het pedagogisch beleid van iedere kinderopvangorganisatie terug. Maar hoe kan je dan toch onderscheidend zijn met jouw organisatie?

De huidige pedagogische stromingen

Je hebt een visie op wat goede kinderopvang is en je hebt ongeveer een idee wat jouw organisatie uniek maakt en wat je wilt bereiken met jouw kinderopvang. Om je aanvullend te laten inspireren, kun je gebruik maken van een pedagogische stroming.

Er zijn verschillende pedagogische stromingen waarop visies op kinderopvang vaak gebaseerd zijn: de reformpedagogiek, geesteswetenschappelijke pedagogiek, empirisch-analytische pedagogiek en de kritisch emancipatorische pedagogiek.

Stromingen vanuit de reformpedagogiek en geesteswetenschappelijke pedagogiek

Dankzij de reform- en geesteswetenschappelijke pedagogen zijn scholen zich meer gaan richten op de individuele leerling en hun interesses en ontwikkelingstempo. Van hieruit zijn scholen ontstaan en later ook kinderopvangorganisaties met een bepaalde stroming. Waar heb ik het dan over? Dit zijn de Vrije scholen met antroposofische grondslag, Jenaplan-, nuts-, Freinet-, Dalton- en Montessorischolen.

Vrije scholen met antroposofische grondslag
De grondlegger hiervan is Rudolf Steiner. Hij gaat er van uit dat kinderen de intrinsieke motivatie hebben om zich te ontwikkelen. Het onderwijs en de kinderopvang is hieraan ondersteunend. Het doel van de antroposofie is om de ware zin van het leven te achterhalen en er is veel aandacht voor ‘willen’, ‘voelen’ en ‘denken’ en ruimte voor spiritualiteit.

Kenmerkend voor deze scholen is dat bij kinderen van 3, 4 en 5 jaar de nadruk ligt op het spelenderwijs leren middels activiteiten die de motorische ontwikkeling stimuleren, zoals kring- en beweegspelletjes. De fantasie en taal wordt gestimuleerd door veel gesprekjes en sprookjes. Al spelend leren kinderen socialiseren en hun lichaam hanteren. Het kunstzinnig aanbod is groot: er wordt veel getekend, geschilderd, geboetseerd, bewogen en toneel gespeeld. Dat helpt kinderen zich te ontwikkelen. De activiteiten worden thema-gericht aangeboden, zodat een bepaald thema helemaal uitgediept wordt en er veel over wordt geleerd. Tot slot is er veel aandacht voor rust en ritme, alsook voor het ritme van de seizoenen en bijbehorende activiteiten en feesten.

Deze scholen hebben verticale groepen, groepen met kinderen van verschillende leeftijden door elkaar. Daardoor wordt de vertrouwensband met de medewerker groot en kan hij/zij de hele ontwikkeling van het kind volgen en stimuleren.

Jenaplan
Peter Petersen is de grondlegger. De vier belangrijkste pijlers van de Jenaplanstroming zijn: gesprek, spel, werk en viering. Kenmerkend voor deze scholen en kinderopvang is dat ze er van uit gaan dat leren ontstaat in liefde, in verbinding en vanuit verwondering. Ze zien de school en kinderopvang als een leef-werkgemeenschap waar je leert samenleven en hebben de overtuiging dat ouders samen met de school en de kinderopvang kinderen opvoeden tot mensen die van betekenis zijn voor zichzelf, anderen en een duurzame wereld. Kinderen van verschillende leeftijden werken samen, waarbij hun creativiteit en zelfstandigheid wordt gestimuleerd.

Nutsonderwijs
Het nutsonderwijs streeft ernaar dat kinderen een volwaardig, actief lid van de samenleving zijn met eigen kwaliteiten en beperkingen. Er heerst respect voor andere levensbeschouwingen en daarmee voor een eigen identiteit. Daarbij ligt de nadruk op opbouwend kritisch denken, één van de 21e-eeuwse vaardigheden. Afgestemd op de talenten en mogelijkheden van individuele kinderen, wordt een ononderbroken ontwikkelingsproces geboden, de zogenaamde doorlopende ontwikkelingslijn. Er wordt een stimulerende omgeving geboden, waarbij sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden worden opgedaan en samenwerking wordt gestimuleerd. Men gaat uit van het feit dat kinderen opgroeien in een multiculturele samenleving met respect en ruimte voor verschil. De school en kinderopvang zijn daarbij een weerspiegeling van de maatschappij. Als laatste zijn veiligheid, vertrouwen, orde en rust er erg belangrijk.

Freinet
Hiervan is Célestin Freinet de grondlegger. De basis van dit onderwijs en deze kinderopvang, en daarmee van het les- en activiteitenaanbod, is de ervaringen van kinderen, zodat deze hun interesse heeft. De ruimte in de klas of op de groep is ingericht met hoeken, onder andere met een keuken-hoek of een timmerhoek. Centraal staat interactie en het leren van elkaar. Daarbij is er gelijkwaardigheid tussen de leerkracht of de pedagogisch medewerker en de kinderen. Op democratische wijze wordt de dag ingevuld, wat kinderen voorbereidt op een democratische samenleving.

Dalton
Helen Parkhurst (1887-1973) is de grondlegster van het Dalton Plan. Binnen het daltononderwijs zijn drie uitgangspunten terug te vinden:

  • Vrijheid in gebondenheid. Er wordt keuzevrijheid uit een beperkte lijst met mogelijkheden geboden
  • Zelfwerkzaamheid: het onderwijs wordt aangepast aan het niveau van het kind
  • Samenwerking

Naast de drie uitgangspunten is het kenmerkend voor daltonkinderopvang dat medewerkers van elkaar en van de kinderen leren. Er wordt gebruik gemaakt van een kiesbord met activiteiten waar kinderen uit kunnen kiezen en er worden dagkleuren gehanteerd: elke dag heeft een andere kleur. Daarnaast kiezen kinderen een maatje. Zij helpen elkaar, ondernemen samen en ontdekken samen nieuwe dingen. Ook hier zijn verticale groepen.

Montessori
Maria Montessori (1870-1952) heeft een methode ontwikkeld waar in ons land veel scholen en kinderdagverblijven mee werken. De bekendste uitspraak van Maria Montessori is ‘Help mij het zelf te doen’. Door veel zelf te doen groeit het zelfvertrouwen van kinderen en neemt hun eigenwaarde toe.

Op Montessori vind je een voorbereide omgeving: de ruimte is zo ingericht dat kinderen zelf alles kunnen vinden, met als doel ze onafhankelijk te maken van de volwassenen. Zo wordt het materiaal op kind-ooghoogte aangeboden. Het is daarbij de taak van de pedagogisch medewerker ervoor te zorgen dat het juiste materiaal op het juiste moment aan het kind wordt aangeboden. De materialen zijn mooi en aantrekkelijk en de hoeveelheid materiaal is beperkt. Hierdoor leren kinderen op hun beurt wachten. Samen worden huishoudelijke werken gedaan, wordt goed voor de omgeving gezorgd en van elkaar geleerd. Als laatste is er voldoende ruimte om binnen te kunnen bewegen.

Empirisch analytische pedagogiek

Bij deze wetenschappelijk analytische pedagogiek is de afstand tussen de wetenschappelijk onderzoeker en de concrete opvoedingssituatie groot. Dat moet ook, want vooroordelen en betrokkenheid (ruis) kan de zuiverheid van een onderzoek in gevaar brengen. 

De visie van empirisch analytische pedagogiek is dat opvoeden het aanleren van gewenst gedrag en het afleren van ongewenst gedrag is. Gedrag bepaalt de opvoeder, niet de wetenschap. De pedagogiek is erg sturend en directief. Het kind heeft weinig inspraak en wordt beschermd voor de samenleving, alsof die de grote boze buitenwereld is. Planmatig vindt socialisatie plaats en past het kind zich aan de gemeenschap en de cultuur aan. Het kind ontwikkelt onder andere zelfdiscipline, een gezond geweten, vertrouwen op God, optimisme, openheid, aandacht voor duurzaamheid, zorgvuldigheid en verantwoordelijkheidsgevoel.

Kritisch emancipatorische stroming

De kritisch emancipatorische stroming wil kinderen in hun kracht zetten en de kracht geven om de juiste keuzes te maken. Er wordt naar het kind zelf geluisterd in plaats van dat er gebruik wordt gemaakt van autoriteit. De stroming vindt dat iedereen gelijke kansen moet krijgen, dat bijvoorbeeld kinderen die opgroeien in achterstandswijken en vluchtelinggezinnen evenveel kansen moeten krijgen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt.

Ecologische pedagogiek

Ecologische pedagogiek gaat ervan uit dat het kind deel uitmaakt van allerlei systemen: gezin, familie, school, de samenleving en de wereld. Hierdoor ontstaat er een samenhang en verantwoordelijkheid naar elkaar. Je staat nooit los van je omgeving, maar maakt juist continu deel uit van allerlei systemen in de maatschappij.

Ecologen kijken naar de relaties tussen diverse onderdelen van het ecosysteem, hoe zij zich tot elkaar verhouden en hoe zij samen in balans kunnen zijn. Pedagogiek vanuit een ecologisch perspectief onderzoekt dan ook de rol van de omgeving van een kind en de dynamische processen in en om kinderen en hun opvoeders. Het houdt zich bezig met hoe relaties zich verhouden en op welke wijze kinderen in de context (of het ecosysteem) in balans kunnen zijn. Het pedagogisch handelen wordt afgestemd op het ecosysteem.

Marcato coaching

Poeh, nou dat was heel wat theorie en er is nog veel meer informatie over de specifieke stromingen te vertellen. Ik hoop dat het je heeft geïnspireerd en gestimuleerd om een keuze te maken in waar jij achter staat. Vervolgens kun je de gekozen pedagogische stroming verder uitdiepen.

Eerlijk gezegd heb ik de afgelopen ruim 20 jaar een mengeling van diverse stijlen in de kinderopvang gezien. Zo zag ik materialen op kind-ooghoogte staan, zodat kinderen zelfstandig, zonder hulp van de pedagoog, iets konden gaan doen (Montessori). Ik zag mooi ingerichte hoeken in de ruimte (Freinet). Ook zag ik dat pedagogen de kinderen verschillende activiteiten als keuze aanboden (Dalton). En zo kan ik nog wel even doorgaan. Al deze pedagogische stromingen zijn motiverend.

“Gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien”

De oude stromingen, het Empirisme en Rationalisme, hadden weinig oog voor de emotionele veiligheid van kinderen. Vanaf de Verlichting kwam hier langzamerhand verandering in. Rousseau ging uit van ‘het goede in ieder mens’ en vond dat je het kind niets moest opdringen, bevelen en verbieden. Vanuit deze filosofie is de anti-autoritaire opvoedbeweging ontstaan.

Met Marcato coaching streef ik die emotionele veiligheid van kinderen na, want gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien.

Ben jij ook van plan om een kinderopvang te starten en zoek je iemand die jou kan begeleiden en adviseren in het traject van vergunningen, beleid en wet- en regelgeving? Neem gerust contact met me op. Wil je weten wie ik ben? Kijk gerust op deze pagina van mijn website

Wat zijn de belangrijkste ‘ingrediënten’ van een startende ondernemer in de kinderopvang?

Wat zijn de belangrijkste ‘ingrediënten’ van een startende ondernemer in de kinderopvang?

Stel, je hebt een prachtig idee en wilt graag een onderneming beginnen in de kinderopvang. Wat helpt jou dan om van jouw idee werkelijkheid te maken? Wat zijn de ‘ingrediënten’ van een veelbelovende startende ondernemer? Mijn kijk hierop bespreek ik in deze blog.

In mijn eerste blog van begin december schreef ik over Mirjam*, een startende onderneemster in de kinderopvang die ik begeleid. Ik ben zelf ook maar liefst drie keer met een eigen onderneming gestart, waaronder in de kinderopvang. In 1997 begon ik samen met vriendin Anita met kinderdagverblijf Poppejans in Zwolle, veertien jaar later, in 2011, zette ik M-coaching op en eind oktober van vorig jaar ben ik begonnen met Marcato Coaching, voor pedagogisch coaching, training en interim-management. De afgelopen jaren heb ik ervaren dat er een paar cruciale ‘ingrediënten’ zijn die bepalend zijn voor of jouw onderneming een succes zal worden.

Belangrijkste ‘ingrediënten’ van een startende ondernemer

De universeel belangrijkste ‘ingrediënten’ van een startende ondernemer zijn:

  • ambitie met de daarbij behorende visie en missie, en
  • enthousiasme en doorzettingsvermogen

Ambitie met de daarbij behorende visie en missie

Voordat Anita en ik met Poppejans begonnen, was er nog geen flexibele kinderopvang in Zwolle. Ik werkte zelf in de jeugdhulpverlening en had wisselende diensten. Anita werkte met groepen kinderen met een verstandelijke beperking en had ook met wisselende werktijden te maken. In Zwolle waren veel zorginstellingen en hadden dus veel mensen onregelmatig werk. Die gezinnen konden geen gebruik maken van de kinderopvang, omdat er geen rekening gehouden kon worden met die onregelmatigheid. Hier liep ik zelf ook erg tegenaan in mijn zoektocht naar kinderopvang toen ik zwanger was van mijn zoon, Patrick. Want tja, ook al had mijn partner een keurige kantoorbaan, we hadden wel op wisselende dagen en dagdelen in de week opvang nodig. En dat kon niet in Zwolle. Dat wilden Anita en ik mogelijk gaan maken.

En toen kwamen de vragen: Hoe gingen we de kinderopvang vormgeven? Wat wilden we betekenen voor de kinderen die we zouden gaan opvangen? Het was 1997 en de Wet Kinderopvang van 2005 met haar pedagogische doelen en interactievaardigheden bestond toen nog niet. Welke visie hadden Anita en ik eigenlijk op opvoeden en opvoeden binnen de kinderopvang?
We begonnen dan ook eerst met hierover te praten en e.e.a. op papier te zetten. Dat werd ons pedagogisch beleid, de richtlijnen die wij gingen hanteren in de omgang met de kinderen en die als leidraad zouden gelden voor het handelen van onze toekomstige medewerkers. Vooral liefdevol emotionele veiligheid bieden, gezelligheid en samen leuke dingen ondernemen met de kinderen vonden we het belangrijkst. Ook geloofden we in de traditionele drie R’s: rust, regelmaat en reinheid.
Zelf ben ik 13 jaar directeur-eigenaar geweest van kinderdagverblijf Poppejans. We begonnen met één groep en na 13 jaar hadden we twee nieuwbouwlocaties met bij de ene twee en bij de andere drie groepen. Beide locaties zaten in een zorgcentrum.
Naast dat er vaste dagen opvang werd afgenomen door ouders, reserveerden we altijd plekken voor flexibele opvang. Ouders waren erg blij met ons en zijn dat nog steeds. Poppejans bestaat namelijk nog steeds, maar dan onder een andere naam. Zelfs veel medewerkers werken er nog steeds. Een geslaagd concept waar ik super trots op ben.

Iedere geslaagde ondernemer heeft een bepaalde drive om een eigen onderneming te starten. Zo ook Mirjam, over wie ik vertelde in mijn eerste blog. Ze heeft een mooie ambitie met een prachtige visie en missie, uniek in Nederland. Ik geloof dan ook helemaal in het slagen van haar onderneming.

Enthousiasme en doorzettingsvermogen

Maar alleen met ambitie en een goed verhaal kom je er niet. Als startende ondernemer in de kinderopvang moet je ook enthousiast zijn en een grote dosis doorzettingsvermogen hebben. Jouw enthousiasme straal je uit naar eenieder met wie je in contact komt en aan wie je vertelt wat je gaat doen. Enthousiasme en een goed verhaal werkt aanstekelijk en wordt gespiegeld op jouw gesprekspartner, die op zijn of haar beurt ook weer enthousiast raakt over jouw plan en daar verder over gaat vertellen aan anderen. Deze gesprekspartners worden ambassadeurs van jouw nieuw te starten bedrijf. Een sterk marketingmiddel!

Naast enthousiasme heb je ook een grote dosis doorzettingsvermogen nodig. Je hebt je namelijk te houden aan een hele hoop Wet- en regelgeving en je kan het zo gek niet bedenken of er is voor een situatie in de kinderopvang wel een regeltje bedacht: ‘Mag een baby een dekentje over in een bedje?’ ‘Ik heb een heel leuk speelgoedje gezien. Mag ik dat kopen voor de peutergroep?’ ‘Oudere broer van 11 jaar komt jonger zusje van 5 jaar ophalen van de BSO. Mag dat?’

Voorafgaand aan de start van jouw kinderopvang zal je ook de benodigde vergunningen moeten hebben. Je zult voor die aanvragen moeten betalen en er gaan termijnen overheen voordat een vergunning wordt verleend. Over de benodigde vergunningen vertel ik in een  volgende blog meer. Door dit traject van vergunningaanvragen dien je je niet uit het veld te laten slaan. Je zult er dan ook de nodige dosis doorzettingsvermogen voor dienen te gebruiken.

Met Mirjam had ik een eerste kennismakingsgesprek van 1 ½ uur, waarin ik veel toelichting gaf op alle Wet- en regelgeving. Aan het eind van het gesprek vielen we stil. Ik vroeg Mirjam of ze het nog wel zag zitten om haar Buiten-BSO’s te starten: zo veel Wet- en regelgeving. Ik adviseerde Mirjam om een soort Pipi Langkous te zijn: “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het kan.”

Een parallel gevoel hadden Anita en ik toen we KDV Poppejans startten: “We zien wel waar het schip strandt.” En het scheepje vaart nog steeds, met veel van dezelfde bemanning. Mirjam bezit het enthousiasme en doorzettingsvermogen van een startende ondernemer in de kinderopvang. Ook wat dat betreft heb ik er dus alle vertrouwen in.

“Gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien”

Door als startende ondernemer in de kinderopvang enthousiast te zijn en een ambitie te hebben waar je helemaal in gelooft, neem je jouw klant, de ouder, serieus. Je wilt het beste voor de kinderen die door hun ouders aan jouw goede zorgen worden overgeleverd. Je wilt dat de kinderen gelukkig zijn in de kinderopvang. De basis van geluk is een emotioneel veilige omgeving. Met Marcato Coaching streef ik die emotionele veiligheid van kinderen na, want gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien.

Ben jij ook van plan om een kinderopvang te starten en zoek je iemand die jou kan begeleiden en adviseren in dit traject van vergunningen, beleid en Wet- & regelgeving? Neem gerust contact met me op. Wil je meer weten over wie ik ben? Kijk dan op deze pagina van mijn website.

*Dit is niet haar echte naam. Vanwege privacy redenen noem ik haar Mirjam.

Alleen maar buiten spelen: het Scandinavisch model van de kinderopvang

Alleen maar buiten spelen: het Scandinavisch model van de kinderopvang

In mijn eerste blog vertelde ik over mijn eerste opdracht. Ik begeleid Mirjam* bij het opzetten van BSO’s in de bossen en duinen van het Randstedelijk gebied. Ze is geïnspireerd geraakt door het Scandinavisch model van de kinderopvang en wil dat ook graag gaan opzetten. Maar wat houdt dat model precies in? Wat is kenmerkend voor een BSO dat het Scandinavisch model hanteert? Je leest het in deze blog.

Wat is het Scandinavisch model van de kinderopvang?

Een kinderdagverblijf of BSO dat is georganiseerd volgens het Scandinavisch model wordt ook wel een forest school of bosschool genoemd en doet alles buiten. Bij die kinderopvang  eten, drinken en spelen kinderen buiten en jonge kinderen op een kinderdagverblijf slapen zelfs buiten.

Het model is in Scandinavië ontwikkeld en uitgerold, maar ook in Duitsland, Zwitserland en Australië is men er enthousiast over. Inmiddels is 10% van de kinderopvang in Scandinavië een bosschool. Het zijn vooral kinderdagverblijven, waar in Scandinavië kinderen van 1 tot 6 jaar heen gaan, maar ook scholen. In Scandinavië gaan kinderen vanaf hun 7e naar school. Ze hebben les van 9:00 tot 15:00, maar de school is open van 6:30 tot 18:30. Kinderen kunnen bij de bosschool dus voor en na de les verblijven, wanneer hun ouders aan het werk zijn. De BSO’s zoals wij ze in Nederland kennen, zijn in de landen met bosscholen verweven met de school.

Kenmerken van een bosschool

Een bosschool is gericht op buitenspelen, bewegen en de natuur ontdekken. De kinderen doen alles buiten en verkennen zo de natuur. Wanneer het ’s zomers lekker weer is, is dat natuurlijk heerlijk. Regent het of is het ’s winters erg koud? Dan blijven de kinderen niet binnen, maar hebben ze dikke kleren aan, mutsen op en sjaals om. Tegenwoordig zijn kinderen in Nederland veel binnen en zitten ze veel achter beeldschermen, al helemaal wanneer het regent of koud is. In een bosschool zijn kinderen altijd buiten en leren ze buiten te zijn.

Er wordt vrijwel alleen maar gebruik gemaakt van wat er in de natuur te vinden is. Zo worden er geen hutten gebouwd van tafels en stoelen, maar van takken, mos en bladeren. Er wordt in bomen geklommen, over omgevallen bomen heen gelopen en een fantasiespel gedaan met wat je in de natuur kan vinden.

Naast het spelen, leren kinderen ook veel over de natuur van de pedagogen en andere volwassenen. Ze bestuderen verschillende soorten bomen en vogels, houden boomschors onder een microscoop en bekijken insecten met een vergrootglas.

De voordelen van een forest school

Doordat de kinderen veel over de natuur leren, leren ze ook dat we onderdeel zijn van die natuur. Ze kennen de waarde ervan en kunnen de natuur beter begrijpen. Op een enthousiaste en leuke manier komen de kinderen in aanraking met natuurwetenschap.

Kinderen leren niet alleen over de natuur, maar ook over zichzelf. Hun vaardigheden worden aangesproken, zoals creativiteit en verbeeldingskracht. Er zijn namelijk geen voorgeprogrammeerde spellen en er is geen speelgoed waar al duidelijk van is wat je er mee moet doen. Kinderen gebruiken hun fantasie: een tak is bijvoorbeeld een toverstaf en een boom is opa.

Ook de sociale ontwikkeling van kinderen wordt gestimuleerd. Ze leren samen te werken met hun leeftijdsgenootjes, maar ook met kinderen die jonger of ouder dan hen zijn. Daarbij wordt er veel waarde gehecht aan interactie. 

Daarnaast leren kinderen om zelf problemen op te lossen. De pedagogen letten natuurlijk wel op, maar laten ze bij een probleem of conflict eerst zelf proberen of ze dit kunnen oplossen.

Kinderen leren met tegenslagen om te gaan en hun doorzettingsvermogen wordt ontwikkeld. Lukt het niet in één keer om over een slootje heen te springen? Dan helpen anderen je en probeer je het nog een keer.

Door veel in de natuur te zijn, wordt de motorische ontwikkeling gestimuleerd. Bij het lopen over een glibberige, omgevallen boom wordt veel van jouw evenwicht en motoriek gevraagd. Bovendien zorgt veel bewegen ervoor dat je spieren en botten sterker zijn. In een gewone kinderdagverblijf is daar toch minder ruimte en mogelijkheid voor.

Als laatste is gebleken dat kinderen door het vele buiten zijn hun emoties beter kunnen beheersen. Het maakt ze blij, kalm en minder gestrest. 

Veiligheid

Voor een bosschool is vertrouwen een belangrijke basis. Er zijn natuurlijk gevaren in de natuur te vinden. Kinderen kunnen zich bezeren, klimmen in hoge bomen en kunnen elkaar pijn doen met een tak. Ook leren ze bijvoorbeeld om een mes als gereedschap te gebruiken, maar daar kan je je ook mee bezeren.

Er worden daarom duidelijke regels met de kinderen afgesproken. Bovendien leren de kinderen niet dat een mes een wapen is, maar dat ze het als gereedschap kunnen gebruiken om in de natuur iets te maken. Kinderen weten wat ze wel en niet mogen en de pedagogen vertrouwen erop dat ze dit naleven en letten goed op hen. Ouders vertrouwen de pedagogen daarin.

Gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien

Door het buiten zijn leren de kinderen een tal van persoonlijk en sociale competenties. Hierdoor ontstressen, bewegen, ontprikkelen, verwonderen en leren ze. Pedagogen letten op hen, maar geven ze ook het vertrouwen dat ze veel zelf kunnen. Zo creëren ze een emotioneel en fysiek veilig klimaat waar de kinderen gelukkig zijn.

Met Marcato coaching streef ik die emotionele veiligheid van kinderen na, want gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien. Ik ben dan ook erg gecharmeerd geraakt van het concept van de bosscholen. Met enthousiasme begeleid ik het traject van de start van Mirjam haar buiten-BSO’s en ik heb er alle vertrouwen in dat het een succes gaat worden.

Ben jij ook van plan om een kinderopvang te starten en zoek je iemand die jou kan adviseren in het traject van vergunningen, beleid en Wet & regelgeving? Neem gerust contact met me op.

*Dit is niet haar echte naam. Vanwege privacy redenen noem ik haar Mirjam.

Kinderopvang starten: Klaar voor de start? Go!

Kinderopvang starten: Klaar voor de start? Go!

Binnen twee weken na de start van Marcato coaching had ik al mijn eerste opdracht, en wat voor één?! Wil je weten hoe dat ging? Je leest het in mijn eerste blog.

Aangezien mijn klant in de opstartfase zit met haar BSO’s en nog niet alles rond is met de vergunningen, noem ik haar eerst Mirjam.

Vrijdag 30 oktober werd ik ’s middags gebeld. Een vrolijke stem zei: “Hallo, met Mirjam. Weet je wie ik ben?” Didn’t ring a bell. Mirjam vertelde me dat ze via een vriendin van me aan mijn telefoonnummer was gekomen. Ah ja, dat was ook zo: Nicole! Ik had een app gehad met dat ik mogelijk gebeld zou worden.

Mirjam vertelde enthousiast dat ze BSO’s gaat starten in de bossen en duinen van het Randstedelijk gebied, om kinderen de natuur te laten ontdekken en ervaren. Ze is geïnspireerd geraakt door het Scandinavisch model van de kinderopvang waarbij kinderen alles buiten doen: eten, drinken, spelen, ontdekken, leren, ontwikkelen, enzovoorts. Zonder beeldschermen en kant-en-klare spelmaterialen ontdekken en ervaren de kinderen de natuur met al haar bomen, takken, bladeren, aarde, plassen, grassen, bloemen, vlinders, vogels en nog veel meer. ‘Een tak is een staf, een laaghangende tak is ons huis en de dikke boom is opa.’ Kinderen kunnen in het bos helemaal losgaan met hun verbeelding en creativiteit. Ze leren respect te hebben voor de natuur en deze te waarderen. Ze ervaren dat de mens de natuur nodig heeft en er goed voor dient te zorgen. Ik ben gelijk enthousiast en het deed me denken aan de startperiode van vriendin Anita en mij van KDV Poppejans. Je hebt een visie en een drive en je gaat ervoor. Zo heerlijk, pionieren.

Mirjam heeft al een leuke schuillocatie op het oog, vlak bij een groot bos. Ze is in de fase van huuronderhandelingen en had al veel gedaan. Zo heeft ze een promo-filmpje gemaakt, is ze personeel aan het werven en heeft ze zelfs al kinderen op de wachtlijst staan. Ze liep er alleen tegenaan dat ze geen pedagoog is en geen weet heeft van alle beleidsstukken die geschreven moeten worden: pedagogisch beleid, pedagogisch werkplan en veiligheid- en gezondheidsbeleid. Ook is ze niet bekend met het proces van vergunningen aanvragen en overige kinderopvang-specifieke verplichtingen. Ze vroeg zich af of ik haar daarin kon begeleiden en wat ik zou kosten. Hier wou ik even een weekend over nadenken. We spraken af om maandag verder te praten tijdens een vrijblijvend en gratis kennismakingsgesprek.

Maandag 2 november hebben we 1,5 uur samen aan de telefoon gehangen. Samen doorliepen we de checklist van de KvK over het starten van een eigen kinderopvang. Punt voor punt lichtte ik haar voor in wat er werd gevraagd en bedoeld. Ik vertelde Mirjam waar ze zoal aan moet denken en rekening mee moet houden. Kortom, ik stortte mijn, in 25+ jaren opgebouwde en onbewust aanwezige, kennis over de kinderopvang over haar heen. 

Aan het eind van het gesprek vroeg ik me af of ze er nog wel zin in had om haar eigen BSO’s te beginnen: zo veel wetgeving en regels. Ik gaf haar het advies zich niet uit het veld te laten slaan en dat is ze gelukkig zeker ook niet van plan. Ze heeft een prachtige ambitie waar ik in geloof en waar ik haar graag in wil begeleiden. Daarvoor kan ze het proces van de opstart het beste stapje voor stapje doorlopen. Ik gaf haar het advies een soort Pippi Langkous te zijn: “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik kan het!” Mirjam wou even een paar dagen nadenken over mijn aanbod en kosten. Woensdag 4 november werd ik al gebeld: “Ik geef je de opdracht”. Dit is het begin van een mooie, enthousiaste samenwerking. Het is exact 2 weken na de start van Marcato coaching en mijn eerste opdracht is een feit, en wat voor één? Een uniek traject dat ik mag begeleiden en waaraan ik mijn kennis en ervaring mag toevoegen. Ik ben er zo blij mee! En Nicole? Die verdient een mooi bos bloemen. 

Wil je meer lezen over het werk dat ik doe? Kijk dan op de pagina ‘Wat bied ik?’

  • 1
  • 2