Skip to main content

Alleen maar buiten spelen: het Scandinavisch model van de kinderopvang

In mijn eerste blog vertelde ik over mijn eerste opdracht. Ik begeleid Mirjam* bij het opzetten van BSO’s in de bossen en duinen van het Randstedelijk gebied. Ze is geïnspireerd geraakt door het Scandinavisch model van de kinderopvang en wil dat ook graag gaan opzetten. Maar wat houdt dat model precies in? Wat is kenmerkend voor een BSO dat het Scandinavisch model hanteert? Je leest het in deze blog.

Wat is het Scandinavisch model van de kinderopvang?

Een kinderdagverblijf of BSO dat is georganiseerd volgens het Scandinavisch model wordt ook wel een forest school of bosschool genoemd en doet alles buiten. Bij die kinderopvang  eten, drinken en spelen kinderen buiten en jonge kinderen op een kinderdagverblijf slapen zelfs buiten.

Het model is in Scandinavië ontwikkeld en uitgerold, maar ook in Duitsland, Zwitserland en Australië is men er enthousiast over. Inmiddels is 10% van de kinderopvang in Scandinavië een bosschool. Het zijn vooral kinderdagverblijven, waar in Scandinavië kinderen van 1 tot 6 jaar heen gaan, maar ook scholen. In Scandinavië gaan kinderen vanaf hun 7e naar school. Ze hebben les van 9:00 tot 15:00, maar de school is open van 6:30 tot 18:30. Kinderen kunnen bij de bosschool dus voor en na de les verblijven, wanneer hun ouders aan het werk zijn. De BSO’s zoals wij ze in Nederland kennen, zijn in de landen met bosscholen verweven met de school.

Kenmerken van een bosschool

Een bosschool is gericht op buitenspelen, bewegen en de natuur ontdekken. De kinderen doen alles buiten en verkennen zo de natuur. Wanneer het ’s zomers lekker weer is, is dat natuurlijk heerlijk. Regent het of is het ’s winters erg koud? Dan blijven de kinderen niet binnen, maar hebben ze dikke kleren aan, mutsen op en sjaals om. Tegenwoordig zijn kinderen in Nederland veel binnen en zitten ze veel achter beeldschermen, al helemaal wanneer het regent of koud is. In een bosschool zijn kinderen altijd buiten en leren ze buiten te zijn.

Er wordt vrijwel alleen maar gebruik gemaakt van wat er in de natuur te vinden is. Zo worden er geen hutten gebouwd van tafels en stoelen, maar van takken, mos en bladeren. Er wordt in bomen geklommen, over omgevallen bomen heen gelopen en een fantasiespel gedaan met wat je in de natuur kan vinden.

Naast het spelen, leren kinderen ook veel over de natuur van de pedagogen en andere volwassenen. Ze bestuderen verschillende soorten bomen en vogels, houden boomschors onder een microscoop en bekijken insecten met een vergrootglas.

De voordelen van een forest school

Doordat de kinderen veel over de natuur leren, leren ze ook dat we onderdeel zijn van die natuur. Ze kennen de waarde ervan en kunnen de natuur beter begrijpen. Op een enthousiaste en leuke manier komen de kinderen in aanraking met natuurwetenschap.

Kinderen leren niet alleen over de natuur, maar ook over zichzelf. Hun vaardigheden worden aangesproken, zoals creativiteit en verbeeldingskracht. Er zijn namelijk geen voorgeprogrammeerde spellen en er is geen speelgoed waar al duidelijk van is wat je er mee moet doen. Kinderen gebruiken hun fantasie: een tak is bijvoorbeeld een toverstaf en een boom is opa.

Ook de sociale ontwikkeling van kinderen wordt gestimuleerd. Ze leren samen te werken met hun leeftijdsgenootjes, maar ook met kinderen die jonger of ouder dan hen zijn. Daarbij wordt er veel waarde gehecht aan interactie. 

Daarnaast leren kinderen om zelf problemen op te lossen. De pedagogen letten natuurlijk wel op, maar laten ze bij een probleem of conflict eerst zelf proberen of ze dit kunnen oplossen.

Kinderen leren met tegenslagen om te gaan en hun doorzettingsvermogen wordt ontwikkeld. Lukt het niet in één keer om over een slootje heen te springen? Dan helpen anderen je en probeer je het nog een keer.

Door veel in de natuur te zijn, wordt de motorische ontwikkeling gestimuleerd. Bij het lopen over een glibberige, omgevallen boom wordt veel van jouw evenwicht en motoriek gevraagd. Bovendien zorgt veel bewegen ervoor dat je spieren en botten sterker zijn. In een gewone kinderdagverblijf is daar toch minder ruimte en mogelijkheid voor.

Als laatste is gebleken dat kinderen door het vele buiten zijn hun emoties beter kunnen beheersen. Het maakt ze blij, kalm en minder gestrest. 

Veiligheid

Voor een bosschool is vertrouwen een belangrijke basis. Er zijn natuurlijk gevaren in de natuur te vinden. Kinderen kunnen zich bezeren, klimmen in hoge bomen en kunnen elkaar pijn doen met een tak. Ook leren ze bijvoorbeeld om een mes als gereedschap te gebruiken, maar daar kan je je ook mee bezeren.

Er worden daarom duidelijke regels met de kinderen afgesproken. Bovendien leren de kinderen niet dat een mes een wapen is, maar dat ze het als gereedschap kunnen gebruiken om in de natuur iets te maken. Kinderen weten wat ze wel en niet mogen en de pedagogen vertrouwen erop dat ze dit naleven en letten goed op hen. Ouders vertrouwen de pedagogen daarin.

Gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien

Door het buiten zijn leren de kinderen een tal van persoonlijk en sociale competenties. Hierdoor ontstressen, bewegen, ontprikkelen, verwonderen en leren ze. Pedagogen letten op hen, maar geven ze ook het vertrouwen dat ze veel zelf kunnen. Zo creëren ze een emotioneel en fysiek veilig klimaat waar de kinderen gelukkig zijn.

Met Marcato coaching streef ik die emotionele veiligheid van kinderen na, want gelukkige kinderen zijn kinderen die emotioneel veilig opgroeien. Ik ben dan ook erg gecharmeerd geraakt van het concept van de bosscholen. Met enthousiasme begeleid ik het traject van de start van Mirjam haar buiten-BSO’s en ik heb er alle vertrouwen in dat het een succes gaat worden.

Ben jij ook van plan om een kinderopvang te starten en zoek je iemand die jou kan adviseren in het traject van vergunningen, beleid en Wet & regelgeving? Neem gerust contact met me op.

*Dit is niet haar echte naam. Vanwege privacy redenen noem ik haar Mirjam.